Eindelijk stemrecht | Column Hazem Darwiesh
Onder het zicht van de toren
Zoals elke dag fiets ik door Zwolle van mijn werk naar huis. Al fietsend kijk ik omhoog naar de Peperbus, onze beroemde kerktoren. Ik schenk hem een glimlach en fiets verder. Ik ken de Peperbus al sinds mijn eerste week in Nederland en onder zijn zicht ontwikkelde ik mij van een angstige vluchteling tot een vrij mens.
Voordat ik naar huis ga, verleidt het mooie weer mij om een kop koffie te drinken op het plein. De Peperbus blijft zichtbaar. Mooie herinneringen komen op. In deze stad werd ik opgevangen, kreeg ik een veilige plek en de kans om een nieuw leven op te bouwen. Ik zette alles op alles om die kans volledig te benutten. De stad van de Peperbus en haar mensen hielpen mij daarbij. Nu ben ik de mens die ik altijd heb willen zijn.
Leven in een dictatuur
Aan de tafel van het cafeetje ligt de lokale krant die vol staat met artikelen en reclame over de komende verkiezingen. Van vreugde gaat mijn hart sneller kloppen. Al maanden volg ik alles rond de gemeenteraadsverkiezingen, verdiep ik me in de programma’s van de lokale partijen en wacht ik op dat ene moment: het moment dat ik mag stemmen. Omdat ik afgelopen november Nederlander werd, wordt dit de allereerste keer dat ik naar de stembus ga. Ook in Syrië deed ik dat niet eerder. Daar leefden we met angst voor de politiek, de overheid, zijn geheime dienst en de dictator. Die beslist, kiest en beveelt en wij volgden. Er waren alleen formele verkiezingen met een ja-nee vraag, waarbij de dictator altijd met 99 procent won. In onze lokale en landelijke verkiezingen kwamen alleen mensen die voor de dictator hadden gekozen, mensen die als marionetten in zijn handen waren. In mijn familie deden we niet mee aan deze schijnvertoning. En toen we eindelijk voor onze vrijheid opkwamen, reageerde de dictator met brute hand.
Naar de stembus
Hier in deze democratische rechtstaat is dat totaal anders. Dat kon ik de afgelopen jaren in alles zien en ervaren. Ik miste alleen nog het recht om te stemmen, iets waar ik me enorm op verheugde. Ik kijk om me heen op het terras en realiseer me dat mijn enthousiasme voor andere mensen misschien moeilijk te begrijpen is. Dat geeft ook niet, ik gun hen het recht waarmee zij hun hele leven zijn opgegroeid.
Ik laat de krant op tafel liggen en stap op de fiets op weg naar huis. De Peperbus torent nog altijd boven mij uit. Ik denk aan mijn partner die thuis op mij wacht en voel me veilig en vrij. Het zijn gevoelens die ik nooit eerder kende, behalve hier, bij deze mensen, in deze stad, in dit land. Daarom gaan mijn partner en ik aanstaande woensdag stemmen. Om hierbij stil te staan en mee te doen: voor ons, de stad en haar bewoners.