Helpen? Het komt niet eens bij me op | Column taalcoach Edith Tulp

Column, 4 april 2016
Leestijd, 3 min.
Edith Tulp vertelt in een serie columns over haar ervaringen als taalcoach. Wat houdt het werk precies in? Wat zijn de leuke kanten? En wat leer je er zelf van? In deze column heeft ze een discussie met Firas over het helpen van mensen en over het verschil tussen Amsterdammers en Hagenaars.

Column van taalcoach Edith TulpNaar Den Haag

Firas is in Den Haag geweest en is daar erg over te spreken. ‘Aardige mensen,’ vindt hij. ‘Heel anders dan in Amsterdam.’ We zitten boven in een koffiezaak bij het raam en kijken recht op een belangrijke verkeersader door de Amsterdamse Pijp. ‘Kijk daar nou…’ onderbreek ik hem en ik wijs naar een grijze mevrouw die op het fietspad tegen het verkeer in, een boodschappenkarretje voor zich uitduwt.

Onverstoorbaar

De vrouw heeft een knaloranje broek aan en een paars jack. Daarmee heeft ze het risico finaal van de sokken te worden gereden enigszins beperkt. ‘Het is een oude vrouw,’ constateert Firas. Ik knik en kijk geamuseerd hoe een paar tegemoetkomende fietsers manoeuvreren om haar te ontwijken. ‘In Syrië zou dit nooit gebeuren,’ schudt hij zijn hoofd. De vrouw duwt het supermarktkarretje, dat voor de helft is gevuld, onverstoorbaar verder en vertoont geen enkele neiging om de stoep op te gaan of in elk geval de juiste verkeershelft op te zoeken.

'In Syrië zouden we haar helpen'

Hoewel het gevaarlijk is wat ze doet, vind ik het een vrolijk tafereel, deze manifestatie van burgerlijke ongehoorzaamheid. ‘In Syrië zouden we haar helpen,’ zegt Firas. ‘In Damascus hadden al tien mensen haar gevraagd of ze konden helpen.’

Plicht om te helpen

Helpen… het komt niet eens bij me op, realiseer ik me ineens. In Amsterdam zie je wel vaker ongewone mensen die opvallende dingen doen. Soms zijn die leuk en soms ook helemaal niet. Leven en laten leven, is het adagium in de stad waar iedereen bovenop elkaar woont. Moet ik deze mevrouw helpen? ‘In Damascus is helpen heel gewoon,’ onderwijst Firas. ‘Je hebt zelfs de plicht om iemand te helpen. Zeker als diegene jou helpt. Dan moet je altijd terug helpen.’

Volhardende Firas

Het is niet voor de eerste keer dat Firas me op dit punt terechtwijst. Omdat hij vindt dat ik hem help, staat hij erop dat hij altijd mijn koffie betaalt. Hij is daar zo volhardend in dat ik de strijd om beurtelings de koffie te betalen – typisch Nederlands gebruik – steeds vaker aan het verliezen ben. Ook wil hij niets hebben voor het schilderen van de raamkozijnen in mijn huis waarmee hij me helpt. En omdat ik vind dat dit echt te ver gaat, zijn we nog aan het bakkeleien over het gratis schilderen van mijn hele huis.

Onzin

De mevrouw is inmiddels uit zicht en de straat oogt weer somber als de looien lucht daarboven. Maar Firas vindt de mensen in Amsterdam dus niet aardig. Hij zegt dat hij ze hard vindt. ‘En ze lachen nooit. Kijk maar.’ Hij wijst naar de straat, waar ik inderdaad niemand kan betrappen op enige vorm van vrolijkheid. In Den Haag, vertelt hij mij, stonden de mensen hem heel vriendelijk te woord toen hij ze de weg vroeg. Wat een onzin, denk ik beledigd.

Maar het zet me wel aan het denken. Over de mevrouw en haar karretje. Over Amsterdam.

Ook vrijwilliger worden?

Zoek hier naar vrijwilligersvacatures bij jou in de buurt.