Gemeenten & Professionals, 9 november 2020

Henny en Amina: hoe hun levens elkaar kruisten

Het was 26 april 1990. Henny zou als kersverse begeleidster van vluchtelingen haar eerste gezin gaan opvangen. Haar eerste beeld van wie ze zou gaan helpen was sterk beïnvloed door angst voor vluchtelingen die ze om zich heen mee kreeg. ‘Pas maar op hoor Henny, straks zijn ze weg met meubels en al’.
placeholder

Henny wist niet goed wat ze moest verwachten. Tot haar verbazing trof ze een vrouw in een tuinbroek die gelijk de handen uit de mouwen stak. En de meubels, die stonden er gewoon nog. Het huis was door de Kringloop al ingericht met gebruikte spulletjes, de vrijwilligers hadden van te voren het huis een beetje gezellig gemaakt zodat het nieuwe gezin zich welkom voelde. De vrouw in de tuinbroek? Dat was Amina.

Fluitketel

Op de dag dat Amina met haar gezin in de Bollenstreek was aangekomen, ging Henny ’s avonds, ook al was haar dochter jarig, toch nog even bij het gezin langs om te kijken hoe het met ze ging. De man van Amina stond te tobben met de tweedehands fluitketel; waar moest dat water nou in? Ze wisten niet hoe ze de fluit eraf moesten halen. Zoiets hadden ze nooit gezien. De dop ging er niet af dus uiteindelijk moest er een nijptang bij gehaald worden.
Amina: ‘Er was direct een klik met Henny. We waren gevlucht en werden zo hartelijk welkom geheten en werden overal bij geholpen, dat deed ons heel erg goed. Toen er een aardbeving in Iran was, een tijdje later, maakten we ons grote zorgen om onze familie. Henny regelde dat we in het gemeentehuis mochten bellen naar Iran, dat kostte wel 6 gulden per minuut! Dat was zo belangrijk voor ons!’

Revolutie

‘We waren politiek vluchtelingen. We waren niet veilig in Iran’, vervolgt Amina. ‘We vluchtten een paar jaar na de revolutie. We mochten niets in Iran; zelfs in eigen huis geen muziek draaien, als je wat zei, kwam je in de gevangenis en vrouwen moesten verplicht een hoofddoek dragen. Toen een nichtje werd opgepakt en doodgeschoten in de gevangenis en de man van Amina bedreigd werd, was de maat vol.
Amina vertrok met hun jongste als eerste, daarna zijn de twee andere kinderen zelfstandig via Turkije naar Nederland gekomen. VluchtelingenWerk heeft hier toen bij geholpen. Amina’s man kwam als laatste, een vlucht door de bergen. ‘We waren op zoek naar veiligheid en een rechtvaardige samenleving. We hebben toen keuzes gemaakt die niet zonder risico waren, gelukkig zijn we allemaal in Nederland aangekomen.’
Amina vertelt: ‘We hebben echt geluk gehad: zulke leuke en lieve mensen om ons heen. We werden wegwijs gemaakt in de buurt, geholpen bij het kennis maken met de buren. We werden als mens behandeld.’

'Tweede moeder'

Henny: ‘Ik was onder de indruk van dit gezin, ze gebruikten elke cent om te groeien hier in Nederland, om verder te komen en de draad weer op te pakken.’ Er ontstond een prachtige vriendschap met het gezin en Henny werd voor hen een ‘tweede’ moeder.
Amina: ‘Het duurde nog drie jaar voor we onze verblijfsvergunning kregen, we mochten in die tijd niet werken, dat wilden we wel heel graag. Gelukkig konden we wel naar school, zo konden we heel snel Nederlands leren. We hebben zoveel kansen gehad in Nederland en we wilden ze met beide handen aangrijpen.'
'Ongeveer zes jaar geleden wilde ik iets doen om andere mensen te helpen, naast mijn werk. Met Henny ben ik naar VluchtelingenWerk gegaan. Toen is mijn vrijwilligerswerk daar gestart. Met mijn beheersing van het Farsi ben ik veel aan het tolken. Nu moet ik soms echt lachen als ik naar de mensen kijk die nu bij ons binnenkomen. Al die herinneringen: zo was ik vroeger ook! ‘

Heftig verhaal

Henny: ‘Makkelijk is het niet altijd, mensen hebben zoveel meegemaakt. Soms kunnen we mensen ook niet goed verder helpen. Zo hebben we meegemaakt dat één van onze vluchtelingen tegen een trein was aangelopen. Hij had het moeilijk in Nederland, hij schreef briefjes en gooide die van het balkon. Voor zijn idee kwamen die briefjes bij zijn moeder. Hij liep ’s nachts wel eens op straat. Ik werd gebeld door de rijksrecherche; of ik hem wilde identificeren’, zo  vervolgt Henny het heftige verhaal. ‘Daarna moest ik zijn huisgenoot informeren. We hebben een bijeenkomst georganiseerd, daar waren veel mensen, dat was goed. Zijn huisgenoot heeft het er nog heel moeilijk mee gehad, kon ook niet meer in zijn huis wonen. Later, toen hij trouwde, mocht ik als getuige tekenen. Ondanks alle ellende gebeurden er ook mooie dingen.’
Henny heeft nog een grappige anekdote. ‘Het was Moederdag, een nieuwe familie belde. Henny, help, kom kom, er zijn mensen in ons huis. Ik ging er direct naar toe, het bleken Jehova’s getuigen te zijn. Ze hadden geen flauw idee wie dat waren. Voor ons vanzelfsprekende dingen zijn voor nieuwkomers vaak onbekend.’

Goede mensen

De mensen kunnen nu, vergeleken met vroeger, overal informatie vandaan halen. Dat is heel fijn. Maar het leven is ook veel ingewikkelder geworden, er is voor de vrijwilligers veel meer werk bijgekomen, vergeleken met vroeger. Ze helpen bij de zorgverzekeringen, participatiewet, verblijfsvergunningen, fietslessen en vrijwilligerswerk, van corona maatregelen in verschillende talen tot het wegwijs maken op de Nederlandse arbeidsmarkt. Amina: ‘Onze levens hebben elkaar gekruist en ik vind het fijn om nu andere mensen te kunnen helpen hun een leven weer op te bouwen. Je moet echt de goede mensen op je pad tegenkomen en je geaccepteerd voelen. Ik hoop dat ik daar een bijdrage in kan leveren.’

Interesse om ook als maatschappelijk begeleider aan de slag te gaan in de Bollenstreek? Kijk op onze website www.vluchtelingenwerk.nl naar onze vrijwilligersvacatures!