Best lastig, die Nederlandse taal!
Bòmé
'Jaren geleden gaf ik als vrijwilliger les aan een gemengd groepje asielzoekers in Lemmer. Onder hen een vriendelijke Franssprekende Congolees. De meeste lessen begon ik met: ‘Wie heeft er nog een vraag?’ Hij had er zoals gewoonlijk een: wat is toch ‘bòmé’? Hij hoorde het vaak en wist dan niet wat er bedoeld werd. Ik moest eerlijk zeggen dat ik het ook niet wist. Gelukkig kwamen we er toch uit toen hij vertelde dat hij het bij het winkelen hoorde. Bij de kassa in de supermarkt keek het meisje hem altijd heel lief aan en ‘groette’ met: ‘Bon mee?!’ Johan den Hengst, Sneek
In de rug geschoten
'Een Afghaanse arts liep een paar weken mee met een Nederlandse huisarts. Op een gegeven moment kwam er een patiënt binnen die zei: ‘Het is in mijn rug geschoten.’ De Afghaanse arts ging onmiddellijk op zoek naar de kogelwond'. Ingrid van der Meer, Utrecht
Paardappels
'Een vluchteling uit Afghanistan kende het woord paard en het woord aardappels. Tijdens een uitje wees hij mij op de ‘paardappels’ (paardenvijgen) op de weg.' Tjaaktje Prins Botjes, Groningen
Boodschappen inspreken
‘De persoon die u probeert te bereiken is niet beschikbaar. Spreek uw boodschap in na de piep.’ Verwarring bij mijn Soedanese cliënte. Boodschap? Waarom moest zij haar boodschappen inspreken? Maar daar was de piep al, dus geen tijd om verder na te denken. Braaf somde zij de boodschappen op die zij toevalligerwijs even daarvoor op een lijstje had gezet. Coach en cliënt hebben naderhand nog vaak samen gelachen over deze taalverwarring'. Maja Wannet, Veenendaal
Gezonde groeten
'Een tijdje geleden kreeg ik de volgende mail van een cliënt: ‘Goede dag, ik wou u even laten weten dat ik geslaagd ben voor het inburgeringsexamen. Hierbij wil ik u ook nog bedanken voor uw steun, tijd
en moeite. Met vriendelijke groenten.’ Tilly van Leeuwen, Oegstgeest