Standpunt | Behandelen van asielaanvragen buiten de EU
Wat is de situatie?
In het politieke debat wordt regelmatig gesproken over het idee om asielaanvragen af te handelen buiten de EU. Vluchtelingen kunnen dan op locaties buiten de Europese Unie asiel aanvragen en daar de procedure doorlopen. De term die hiervoor wordt gebruikt is ‘external processing’: de behandeling van een verzoek om internationale bescherming door en/of onder verantwoordelijkheid van (een lidstaat van) de EU op een locatie buiten de EU. Er zijn nog geen Europese aanmeldcentra in de ‘derde landen’ (niet- EU lidstaten).
De Italië-Albanië deal
Wel geldt sinds 2024 de Italië-Albanië deal: Italië heeft centra in Albanië gebouwd, waar vluchtelingen die op zee zijn onderschept, naartoe worden gebracht. In deze (detentie)centra worden asielaanvragen behandeld onder Italiaans recht. Er zijn veel zorgen over het waarborgen van fundamentele rechten, onder andere opgeworpen door de mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa. De Italiaanse rechter heeft deze constructie in recente uitspraken verboden wegens strijdigheid met deze normen. De recent gesloten Italië-Albanië deal is vooral bedoeld als afschrikmethode. Men hoopt dat het mensen weerhoudt om te vluchten of migreren, als het vooruitzicht een Albanees (detentie)centrum is.
Wat vindt VluchtelingenWerk?
Niet in lijn met rechten en verdragen
Internationale afspraken zoals het VN Vluchtelingenverdrag gaan uit van het recht om asiel te vragen in een ander land én solidariteit tussen landen onderling voor het opvangen en beschermen van vluchtelingen. Voorstellen voor external processing zetten het recht om asiel aan te vragen in Europa onder druk en schuiven verantwoordelijkheden af naar landen die al de meeste vluchtelingen opvangen. Ook blijven veel juridische én praktische vragen onbeantwoord, zoals het waarborgen van fundamentele rechten zoals toegang tot rechtsbijstand, beschikbaarheid van tolken en medische bijstand en een rechterlijke toetsing.
VluchtelingenWerk vindt dat afspraken tussen de EU en derde landen gericht moeten zijn op het versterken van de opvang- en beschermingscapaciteit van derde landen om de vele vluchtelingen in de regio daadwerkelijk perspectief te bieden. Deze afspraken mogen niet in de plaats komen van het recht om bescherming te vragen in Europa. Het principe van solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid voor het beschermen van vluchtelingen wereldwijd moet bij deze afspraken centraal staan.
Externe aanmeldcentra als aanvullende route, niet als vervanging
Wij zijn wel positief over externe aanmeldcentra als alternatief voor gevaarlijke tochten over zee of land zo lang dit naast het universele recht om in een EU-lidstaat asiel aan te vragen bestaat, en dus niet als vervanging van dit recht. Als in zo’n derde land een asielverzoek wordt gedaan en een vluchteling heeft recht op bescherming, dan kan een vluchteling legaal, met een visum naar de EU reizen. Het is belangrijk dat hierbij afspraken worden gemaakt over solidariteit en een verdeelsystematiek.
Regio vaak niet betrouwbaar of veilig genoeg
Landen in de regio zijn vaak niet betrouwbaar en veilig voor vluchtelingen. Een land als Turkije heeft geen volwaardige asielprocedure. De procedure die er is, is alleen toegankelijk voor Syrische vluchtelingen. Mensen uit andere landen hebben daar geen toegang toe. Er zijn gerapporteerde berichten van pushbacks naar Syrië en Afghanistan, waarmee het non-refoulementbeginsel wordt geschonden, en detentie van asielzoekers zonder wettelijke basis. Het land is erg onveilig voor minderheden of politieke opposanten: maar liefst 90 procent van Turken zélf die het land om die redenen ontvluchten, krijgt bescherming in Nederland.
Geen vervanging voor recht op asiel
Erkende vluchtelingen in ‘de regio’ hebben onvoldoende toegang tot materiële rechten zoals huisvesting, werk en scholing. Dit is in strijd met het Vluchtelingenverdrag waarin is bepaald dat vluchtelingen materiële rechten krijgen zodat zij daadwerkelijk een bestaan kunnen opbouwen in een ander, veilig land.
VluchtelingenWerk vindt dat afspraken tussen de EU en derde landen gericht moeten zijn op het versterken van de opvang- en beschermingscapaciteit van derde landen om de vele vluchtelingen in de regio daadwerkelijk perspectief te bieden. Deze afspraken mogen niet in de plaats komen van het recht om bescherming te vragen in Europa. Het principe van solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid voor het beschermen van vluchtelingen wereldwijd moet bij deze afspraken centraal staan.