Twee moedige vrouwen voor de klas

Trijneke maakte de Tweede Wereldoorlog mee en verloor haar vader, de bekende verzetsstrijder Johannes Post. Akram zat jarenlang vast in een Iraanse gevangenis waar ze werd gemarteld. Tijdens een gastles op het Alkwin Kollege in Uithoorn vertelden beide vrouwen hun indrukwekkende verhaal aan middelbare scholieren.
placeholder

Bekende verzetsstrijder

'Zingend marcheerden de Duitsers in lange rijen door het dorp. Iedereen was erg bezorgd, maar ik wist nog helemaal niet wat een oorlog was, ik wist alleen dat het iets heel ernstigs was. Ik was zes jaar toen de Tweede Wereldoorlog begon.' Als Trijneke begint met haar verhaal, zijn de vwo-scholieren direct doodstil. 'Mijn vader was een bekende verzetsstrijder en bracht samen met mijn moeder weleens kinderen naar ons huis die bij ons onderdoken. Tegen ons zei mijn moeder dan dat wij een nieuw broertje of zusje hadden en wij waren al een gezin van zeven kinderen.'

Zonder vader

Omdat haar ouders vaak niet thuis waren, kreeg Trijneke niet veel mee van wat haar ouders nou precies deden. Wel kreeg ze te horen hier nooit met anderen over te praten of vragen over te stellen. Pas later, na de dood van haar vader, kreeg Trijneke te horen dat haar vader verzetsstrijder was. 'Ik heb veel respect voor de keuzes die hij maakte en voor alles wat hij gedaan heeft in de oorlog, maar het betekende wel dat wij verder moesten zonder vader.'

Van alle tijden

Trijneke trouwde een man van Joodse komaf, die op dezelfde school zat als Anne Frank. Ook hij moest onderduiken tijdens de Tweede Wereldoorlog. Trijneke maakte dus haar hele leven van dichtbij mee wat voor effect een oorlog op een mens kan hebben. 'Door wat ik heb meegemaakt, denk ik vaak na over hoe wij mensen met elkaar omgaan. Vluchten doe je echt niet zomaar. Voor mij is ieder mens gelijk, ongeacht zijn religie, achtergrond of de kleur van zijn huid en dat horen wij Nederlanders maar al te goed te weten. Wij maken met elkaar de samenleving en niet de politiek. Oorlogen zijn van alle tijden en ik gun het niemand toe om een oorlog mee te hoeven maken.'

Hard verzet

De Iraanse Akram maakte niet de Tweede Wereldoorlog, maar de Eerste Golfoorlog mee. Akram: 'Als jong meisje groeide ik op tijdens de Iran-Irak oorlog, waar ik fel tegen was. Ik geloofde in gelijke rechten en steunde linkse partijen. Maar het Iraanse regime zag mij als een politieke verzetsstrijder. Toen ik twintig jaar en net getrouwd was, werd ik op straat opgepakt. Acht jaar zat ik gevangen en werd ik gemarteld en geslagen. Ik heb zwangere vrouwen en kinderen gemarteld zien worden, lijken boven mijn hoofd zien hangen.' Als Akram emotioneel wordt, verandert de sfeer in de klas en kijken de leerlingen Akram met meelevende ogen aan. 'Midden in de nacht kwamen de bewakers langs om mij te verhoren. Ik raakte gewend aan de martelingen, maar wat mij het meeste pijn deed was dat de bewakers wilden dat ik mijn familie en vrienden zou verraden. Maar hoe meer zij mij sloegen, des te harder ik mij verzette, ik gaf niet toe.'

Geen spijt

Toch heeft Akram geen spijt van haar jaren in het verzet.  In de gevangenis maakte zij de belofte zich nooit over te geven aan het regime en te vechten voor alle vrouwen, kinderen en mensen die onrecht zijn aangedaan. Na de les was het tijd voor de leerlingen om vragen te stellen en de overeenkomsten te benoemen tussen de twee vrouwen. Een jongen uit de klas vertelt: 'Beide dames maakten een levensbedreigende situatie mee. Het maakt niet uit of je in een onderdrukkende dictatuur leeft of een oorlog meemaakt, ik denk dat je in beide gevallen geen leven meer hebt.'

 

  • Deze gastles werd georganiseerd door VluchtelingenWerk, in samenwerking met Landelijk Steunpunt WOII-Heden.