De Syrische Mary (15) groeit op in een asielzoekerscentrum
Één groot verschil
Luisteren naar haar favoriete band, zwoegen op de havo, een beetje scrollen op haar mobiel en films kijken. Zo op het eerste oog lijkt het leven van Mary op dat van een gewone Nederlandse 15- jarige. Toch is er één groot verschil. Mary woont met haar broertje en ouders al anderhalf jaar op een asielzoekerscentrum.
Weinig leeftijdsgenootjes
Vanaf Mary’s school is het een kwartiertje fietsen naar het azc. Ze fietst alleen, want op haar school is zij de enige die in het azc woont. 'Er wonen op dit azc sowieso weinig mensen van mijn leeftijd', vertelt ze. Mary fietst het terrein op, langs de speeltuin voor de kleintjes en een aantal identieke, vierkante, grijze wooncomplexen richting het achterste gebouw: complex G. Daar hebben Mary, haar broertje en haar ouders twee kamers. Ze hebben een eigen douche en toilet, maar delen de keuken met andere bewoners. 'Het is niet altijd leuk om een kamer te delen met mijn broertje', vertelt Mary, 'maar ik ben allang blij dat we niet meer met zijn vieren in één kamer wonen, zoals voorheen.' In de huidige kamer van Mary is ruimte voor een tafeltje, een stoel en twee bedden. Ze gaat op haar eigen bed zitten. Even haar telefoon checken.
Even buurten
'Meestal blijf ik op mijn kamer', vertelt Mary. 'Maar soms ga ik ook even ergens buurten.' Goede vriendin Heliya (14) uit Iran woont een complex verderop. Nederlands, een beetje Arabisch, wat Farsi: de twee schakelen moeiteloos tussen hun moedertalen én hun nieuwe taal. 'Als je op een azc woont, leer je heel makkelijk nieuwe talen', vertelt Mary. 'Dat moet ook wel, want je speelt met kinderen uit allerlei landen en niet iedereen spreekt dezelfde taal. Ik kan nu bijvoorbeeld ook een beetje Turks en als Heliya en haar ouders Farsi spreken, kan ik veel verstaan.'
Time4You
Terwijl de meiden zitten te keten in de zon, komen er vrijwilligers van het project Time4You langs. 'Komen jullie straks ook?' Time4You is een project van VluchtelingenWerk voor kinderen op azc’s. Wekelijks zijn er bijeenkomsten voor kinderen, maar ook voor jongeren van Mary’s leeftijd. Bijna iedere week bezoekt Mary de Time4You's en vandaag gaat ook Heliya mee. Vrijwilliger Lindon Mooiweer van VluchtelingenWerk: 'Tijdens de Time4You's bespreken we allerlei onderwerpen waar deze kinderen mee te maken krijgen, nu of in de toekomst. Soms in combinatie met een luchtig spelletje.'
Hechten aan mensen
'Hoelang wachten jullie eigenlijk al?' vraagt Lindon aan de groep. De meeste jongeren blijken tussen de twee en drie jaar in Nederland te wonen. 'Dat wachten vind ik nog niet eens het ergste', zegt Mary. 'Vooral het verhuizen vind ik vervelend.' Mary heeft de afgelopen anderhalf jaar op zes verschillende locaties gewoond. De andere jongeren, allemaal ook vier of meer keer verhuisd, geven haar gelijk: steeds weer moeten verhuizen is ontzettend moeilijk. Later vertelt Mary: 'Ik hoop dat we in Sneek mogen blijven. Ik ben iemand die heel erg hangt aan de mensen die ik ken en ik vind het moeilijk om nieuwe vrienden te maken. Als mijn klasgenoten zouden zien hoe ik op het azc aan het praten en lachen ben met mijn vriendinnen zullen ze denken: wie is dat meisje? Op school ben ik erg verlegen en bang om fouten te maken.'
Kinderrechten
Tijdens de Time4You gaat Lindon dieper in op wat het betekent om ‘geworteld’ te zijn en laat ze korte tv-fragmenten zien over het Kinderpardon. Ook presentator Tim Hofman en de Iraakse Nemr komen voorbij, die in actie kwamen tegen de strenge regels van het Kinderpardon. Na elk fragment is er even tijd voor een gesprekje. 'Hoe geworteld voelen jullie je al?' vraagt Lindon. En ze legt uit: 'In Nederland mag je de politiek aanspreken en je mening geven, ook al is die anders dan die van de baas van het land. En soms, in het geval van Nemr, wordt er ook naar je geluisterd.' Na afloop kijkt Lindon tevreden terug op de bijeenkomst: 'Ik wilde de jongeren meegeven dat wij in Nederland kinderrechten hebben, dat ze hier mogen opkomen voor zichzelf. Dat is gelukt.'
Tweede moeder
Na de Time4You gaat Mary bij haar tweede moeder langs, Rabab. 'Ik leerde haar kennen op een ander azc', vertelt Mary. 'Op een dag kwam mijn vader thuis en vertelde dat hij een Egyptische christen had ontmoet. Ook wij zijn christenen. Rabab had twee zonen, maar wilde graag ook een dochter. Ik besloot een keertje op bezoek te gaan en het was meteen heel gezellig. "Ik hield al van je voordat ik je had gezien," zegt ze altijd. Toen bleek dat zij óók naar Sneek moest verhuizen, was ik zo blij. Nu kan ik ’s avonds gewoon weer op bezoek gaan; lekker films kijken en chips eten.' Aan het eind van de middag gaat ook de huiswerkkamer open op het azc. Deze computerruimte wordt beheerd door de vader van Mary. Daar maakt Mary graag haar huiswerk, of op haar kamer. 'Ik ken nog niet alle Nederlandse woorden, dus ik vind het leren soms best moeilijk. Het gaat wel beter nu ik op school een vriendin heb, daardoor heb ik minder stress. Natuurlijk is het hebben van een verblijfsvergunning en een huis heel fijn, maar niets is leuk als je geen vriendinnen hebt.'
Steun vluchtelingen als Mary
Iedere vluchteling zoals Mary heeft een eigen verhaal. Met jouw steun geven we vluchtelingen de begeleiding die ze nodig hebben om hun toekomst in Nederland op te bouwen. Help daarom nu mee met een gift.