‘Het was alsof ik in een gewelddadige videogame was beland’
‘Als ik een vliegtuig hoor overkomen, brengt dat me meteen terug naar Oekraïne. Want daar begon het altijd mee: een scherend vliegtuig en het fluitende geluid van een vallende bom. En dan: de inslag, een lichtflits en trillende gebouwen.’
‘Het is gek dat je ook daaraan went’, zegt Hanna als ze de herinnering ophaalt in haar appartement in Appingedam. Door haar werk in Oekraïne bij een waterzuiveringsinstallatie van de overheid was ze goed op de hoogte van de dreiging uit Rusland. ‘“Zet je koffer maar alvast bij de deur”, had mijn leidinggevende gezegd. Die stond dus al een tijdje klaar. Toch kun je je er niets bij voorstellen, bij het moment dat je alleen nog maar die ene koffer hebt en je moet vluchten. Ergens heen.’
Geen kant opkunnen
In Hanna’s woonplaats Tsjernihiv was het oorlog vanaf dag één. ‘Voordat we het wisten was de stad omsingeld. De elektriciteit viel uit en er kwam geen water meer uit de kraan. Alle bruggen en uitvalswegen waren kapotgebombardeerd. We konden geen kant op.’ Als het lukte, had Hanna contact met haar dochter via de telefoon. ‘Ik weet nog dat ze me een berichtje stuurde: Mama, ik zal alles geven om jou nog een keer te zien.’
‘Na drie dagen schuilen in huis besloot ik naar mijn werk te gaan, waar een versterkte schuilkelder is. Er zat niets anders op dan de zestien kilometer te lopen. Ik was doodsbang. Opeens kan elk moment je laatste zijn. Normaal kwamen er wel vijfhonderd mensen naar het gebouw waar ik werkte. Nu waren we met een man of twintig. Omdat alle waterleidingen waren verwoest, reden de overgebleven collega’s met watertrucks door de stad. Ik besloot te helpen en werd verantwoordelijk voor de coördinatie.’
‘Van 6.00 tot 18.00 uur was het toegestaan om naar buiten te gaan. We gebruikten elk uur. Twee keer per dag brachten we water naar de ziekenhuizen in de stad. Tussendoor zochten we naar mensen in schuilkelders. We vonden er soms mensen die al dagen amper iets hadden gedronken.’ De routes die Hanna en haar collega’s aflegden waren levensgevaarlijk. ‘Alsof ik in een gewelddadige videogame terechtgekomen was. Voor en achter onze truck stortten de raketten neer. Sommige zaten vol met duizenden kleine scherven, die eruit spatten na een inslag en alles en iedereen doorzeefden.’
‘Niemand was moe’
De uren dat Hanna en haar collega’s niet naar buiten mochten, verbleven ze in de schuilkelder onder haar werk. ‘Het was er koud en donker en echte bedden waren er niet. Maar we leefden op adrenaline. In oorlogstijd gaat er blijkbaar een extra vakje kracht open. Niemand was moe. Niemand werd ziek. En terwijl ik eigenlijk een bril draag, kon ik zelfs in het zwakke licht van de schuilkelder opeens alles zien.’
In oorlogstijd gaat er blijkbaar een extra vakje kracht open
'Het voelde goed om mensen te kunnen helpen, maar de zorgen om mijn dochter overheersten alles. Ik hoorde dat er in sommige gebieden al Russische paspoorten werden uitgedeeld of mensen werden meegenomen.’ Op een dag zag Hanna zelfs een filmpje op sociale media van een raketinslag bij het gebouw waar haar dochter verbleef. ‘Ik kon haar niet te pakken krijgen. Nog nooit ben ik zo bang geweest. Gelukkig zaten ze net in een ander deel van het gebouw.’
Hanna en haar dochter
Geen andere keuze
Na zo’n elf weken was de omsingeling van Hanna’s woonplaats voorbij. Ondertussen was er in de stad waar haar dochter Maria verbleef een ‘veilige vluchtroute’ geopend en konden haar schoonouders en haar dochter vluchten. Ze reden zo snel mogelijk richting de grens, naar Duitsland. ‘Natuurlijk knaagde mijn verantwoordelijkheidsgevoel: als ik hier niet blijf, wie helpt deze mensen dan? Maar als moeder wist ik direct wat ik moest doen: bij mijn kind zijn.’
‘“Waar ben ik?” dacht ik de dagen daarna vaak als ik wakker werd. Ik moest wennen aan het wakker worden door het daglicht, na al die weken in schuilkelders. Het was heerlijk om mijn dochter weer vast te kunnen houden, maar het duurde een paar dagen voordat ik het geloofde: ze is écht hier, we zijn weer bij elkaar.’
Hoe is het nu met Hanna?
Hanna vond al snel na haar aankomst in Nederland een baan. Ze stoomde door naar een leidinggevende functie en kreeg een vast contract. ‘Daardoor kan ik nu een appartementje huren voor mijn dochter en ik. Ik vind het lastig dat mijn leven zo onzeker is: hoe lang mogen we nog blijven? Kan mijn dochter zich genoeg ontwikkelen? Ondertussen proberen we iets op te bouwen, samen met ons hondje Rocky. Het is een klein leven, maar een veilig leven.’
Niemand vlucht vrijwillig. Alles achterlaten wat je lief is, dat doe je alleen als je écht niet anders kan. Omdat vluchtelingen geen keuze hebben, laten wij ze nooit in de steek. Bekijk onze campagne en help vluchtelingen.
Ja, ik help vluchtelingen in Nederland
Meer dan ooit hebben mensen op de vlucht onze steun nodig. Jouw hulp maakt een direct verschil in levens die door onvermijdelijke omstandigheden zijn ontwricht.