Julia uit Oekraïne: 'Mijn dochter stond doodsangsten uit'

Verhaal, 17 maart 2022
Leestijd, 4 min.
De tank van de auto was altijd vol, de vluchtkoffer met reisdocumenten stond al klaar. Toch had de Oekraïense Julia (31) de hoop dat haar zorgen ongegrond waren. Tot de oorlog voor haar deur stond, tijdens die eerste gruwelijke nacht. 'Ik was enorm gefocust tijdens onze vlucht, voelde op dat moment geen stress. Ik dacht alleen maar aan Valerie, aan haar veiligheid.'
placeholder

Doodsangsten uitgestaan

'Plotseling schoot ik wakker: hoorde ik nou geweerschoten? Het was 24 februari, vijf uur in de ochtend. Mijn dochter Valerie van zeven lag nog te slapen. Gek genoeg was de eerste gedachte die in mij opkwam: "Zal ze vandaag wel naar school kunnen?” Raar is dat, hoe je hersenen werken.

Ik woonde in de stad Kharkiv, 32 kilometer van de Russische grens. Een van de eerste steden die door Russische troepen ingenomen werd. Die avond verwachtte ik helemaal geen onrust. We hadden juist op het nieuws gehoord dat de Russische militairen aan de grens zich teruggetrokken hadden. Nepnieuws.

Ik had altijd een tas met reisdocumenten klaarstaan. De benzinetank van mijn auto was de afgelopen maanden continu vol getankt. Ik leefde altijd met een vluchtplan in gedachten. Mijn dochter in veiligheid brengen, dat is de belangrijkste verantwoordelijkheid voor mij als alleenstaande, gescheiden moeder.'

Plotsklaps omkeren

'Binnen een paar minuten had ik wat kleren in een tas gegooid. Mijn dochter liet ik weten dat ik de auto ging halen, die stond zo’n tien minuten verderop geparkeerd. De geweerschoten waren constant te horen. Mijn dochter heeft doodsangsten uitgestaan, omdat alle verbindingen wegvielen toen ik weg was. Ik zag later een video die ze gemaakt had met haar mobieltje, waarin ze zei: "Ik ben zo bang. Ik kan niemand bereiken, help mij." Mijn hart brak toen ik dat later zag.

We zijn de auto in gesprongen. Het was bizar druk op de weg, de hele stad leek leeg te lopen. Mijn vrienden stuurden mij spraakberichten via de app Telegram: ze vertelden welke kant ik moest op gaan, waar de Russische soldaten waren gesignaleerd. Op die app volgden ze voor mij de kanalen van burgers, die het nieuws per dorp of stad doorgaven. Soms moest ik plotsklaps omkeren, omdat een weg toch niet veilig bleek te zijn. Ik was enorm gefocust, voelde op dat moment geen stress. Ik dacht alleen maar aan Valerie, aan haar veiligheid. Onderweg probeerden we water te kopen, maar overal stonden lange rijen. Ik gaf Valerie steeds maar een klein beetje eten; ik wist niet hoe lang we ermee moesten doen. Ze leek meer een volwassen medereiziger, een partner, dan een 7-jarig kind. Ze zeurde niet, hielp me steeds mee. Ik merkte wel dat ze negatieve gedachten niet toeliet, onderweg sprak ze nauwelijks over de oorlog.'

Ik gaf Valerie steeds maar een klein beetje eten; ik wist niet hoe lang we ermee moesten doen. Ze leek meer een volwassen medereiziger, een partner, dan een 7-jarig kind.

Julia (31) uit Oekraïne

Ver weg van de oorlog

'We bereikten een grens bij Polen, maar daar werden we tegengehouden door de politie. Het was daar te druk. Bij een andere grensovergang hebben we twaalf uur in de rij gestaan om Moldavië binnen te komen. Na dertig uur continu reizen waren we eindelijk een grens over. Ik moest mezelf af en toe in het gezicht slaan om wakker te blijven. Na vier uur rondrijden konden we eindelijk ons hoofd op een kussen leggen in een hotelkamer.

De Moldaviërs die we spraken waren overduidelijk bang: zou dit het volgende land worden dat ingevallen wordt door Rusland? Die geluiden hoorde ik ook in de andere landen waar we doorheen reden. Toen besloot ik dat ik mijn dochter zo ver mogelijk weg moest brengen van de oorlog. Na vijf dagen rijden kwamen we aan in een land dat veilig genoeg aanvoelde: Nederland.’

Eindelijk ademhalen

Valerie en ik waren een van de eerste vluchtelingen die in de opvang in Nederland aankwamen. We hadden een kamer voor onszelf, we kregen voedsel. Ik kon eindelijk ademhalen. Eindelijk niet meer autorijden, eindelijk veilig. De eerste dag daar zal ik nooit vergeten. Vrijwilligers van VluchtelingenWerk kwamen naar me toe, gaven ons knuffels en zeiden: ‘Het komt goed’. Die knuffel, die vriendelijkheid, daar had ik toen zo’n enorme behoefte aan.

Inmiddels wonen Valerie en ik al maanden op een boot in Arnhem, samen met tientallen andere Oekraïense vluchtelingen. Ik hoor dat we hier tot juni mogen blijven, maar waar we daarna naartoe moeten: ik heb geen idee. Het niet weten maakt me onrustig. Waar ga ik wonen? Kan ik in Nederland straks een eigen woning betalen? Door VluchtelingenWerk vond ik een baan bij het platform RefugeeHelp. Ik ben dankbaar voor die kans maar mis mijn oude leven. Mijn baan, collega’s, vrienden, mijn stad en appartement: zij maken wie ik ben. Wie ik was.

Het nieuws volg ik niet meer, ik kan het niet aan. Ik wil me focussen op de toekomst en moet er iets van maken in Nederland. Dat lukt niet als ik teveel pieker. Ik weet niet wat de toekomst voor ons in petto heeft, maar het belangrijkste is dat mijn dochter hier veilig is, in een land van aardige, liefhebbende mensen.'

Bied Oekraïense vluchtelingen bescherming

Moeten vluchten voor oorlog en geweld is onvoorstelbaar. Toch overkomt het momenteel miljoenen Oekraïners. Een deel van hen zoekt bescherming en veiligheid in Nederland. Laat je hart spreken voor deze en andere vluchtelingen die alles hebben moeten achterlaten.