Mohab over zijn 'speciale plek' in Nederland: de oever van het IJ
In gedachten
In Amsterdam-Noord, aan de oever van het IJ met uitzicht op station Amsterdam Centraal, staat Mohab naar de zonsondergang te kijken. Het water is kalm en het pontje, dat de reizigers van de ene kant naar de andere brengt, ligt stil. De meeuwen vliegen vlak boven de waterspiegel, maar ook om hem heen.
Hij gooit wat brood en gaat in gedachten terug naar vijf jaar geleden, toen hij angstig en uitgeput op het Centraal Station arriveerde na een ellendige vlucht. Toen zag hij Nederlanders aan de rivier staan om vluchtelingen te verwelkomen en te helpen. Hij voelt zich hier veilig. Net zoals hij zich altijd in Syrië voelde vóór de uitbraak van de oorlog, vóórdat hij op een dag werd ontvoerd.
Vaste grond gekregen
Dat gevoel van veiligheid is hij nooit meer kwijtgeraakt. Het helpt hem om zijn weg in Nederland te vinden, zijn dromen waar te maken en het troost hem als hij verdriet heeft over de mensen en het leven dat hij in Syrië achterliet. Daarom blijft hij naar deze oever komen, ook nu hij hier in de buurt woont.
Soms lijkt het station aan de overkant Syrië te zijn. Dat oude thuis is vol met mooie herinneringen uit zijn jeugd, maar onder zijn voeten is een nieuw thuis ontstaan. Hij kijkt naar het betrouwbare water van het IJ en voelt zich getroost. Hij is veilig, en voelt dat nog sterker nu hij de Nederlandse nationaliteit heeft gekregen. Ook hier liggen nu zijn wortels, in deze stad en aan deze oever.