Antoine laat na aan VluchtelingenWerk

Verhaal, 5 oktober 2020
Leestijd, 3 min.
'Ik heb als vrijwilliger en als medewerker van VluchtelingenWerk gezien hoe belangrijk het is dat er een onafhankelijke organisatie bestaat die vluchtelingen bijstaat. Een organisatie die fungeert als luis in de pels van de overheid. Dat was tóén belangrijk en dat zal het ook in de toekomst zijn. Daarom staat VluchtelingenWerk Nederland in mijn testament.' Een interview met Antoine Fonville (67)
placeholder

 

 

Chileense vluchtelingen

'De eerste keer dat ik met vluchtelingen te maken kreeg, was tijdens mijn opleiding maatschappelijk werk. Ik liep stage in Sneek, bij de opvang van Chileense vluchtelingen. Dat was in 1976-77. Veel Chilenen ontvluchtten toen nog steeds de dictatuur na de militaire staatsgreep in 1973. Ik ben na mijn stage bij dit werk betrokken gebleven. Toen ik in 1979 klaar was met mijn studie heb ik een baan gekregen bij VluchtelingenWerk, dat toen net ontstaan was uit een fusie van verschillende vluchtelingenorganisaties.'

'Het was in die tijd dat we geconfronteerd werden met Vietnamese bootvluchtelingen. De vluchtelingen die er in slaagden om aan boord van een Nederlands schip te komen, kregen direct een A-status als vluchteling. Een asielprocedure hoefden ze niet te ondergaan, ze waren immers "refugee sur la place" (direct erkend als vluchteling, red.). Opeens kwamen er duizenden Vietnamezen naar ons land. Die moesten allemaal opgevangen worden. In korte tijd moest het ene na het andere opvangcentrum uit de grond gestampt worden. Vaak werden de mensen ondergebracht in leegstaande hotels.

VluchtelingenWerk groeide hard in die tijd, wat ook voor de nodige problemen zorgde. Mensen werden aangenomen en meteen in het diepe gegooid. Ik werd in de verschillende opvangcentra aangesteld als een soort "brandweerman", die op allerlei plekken in het land waar problemen in opvangcentra ontstonden "brandjes" moest blussen. Daar kwam de ervaring met hectische situaties goed van pas, die ik eerder had opgedaan als leerling-verpleegkundige in de psychiatrie.'

Werk vol dillema's

'Na anderhalf jaar ben ik op het hoofdkantoor van VluchtelingenWerk aan het werk gegaan en deed ik de o.a. de gesprekken met pas gearriveerde vluchtelingen. In die tijd zijn we ook begonnen met het professionaliseren van scholingen voor medewerkers en vrijwilligers. Later werkte ik op het nieuw opgerichte regiokantoor in Zwolle. Het is werk dat vol zit met dilemma's. Er waren ook toen al mensen die misbruik maakten van het systeem. In het begin van de vakantie zagen we bijvoorbeeld altijd een toename van asielaanvragen door o.a. Hongaren. De "vakantievluchtelingen" noemden we hen. Ze kregen opvang en voorschot op een uitkering, maar na de vakantieperiode verdwenen ze meestal weer. Op een gegeven moment werd ik wat cynisch over dit soort zaken. Daar is niemand mee geholpen, ook ikzelf niet. Toen ben ik gestopt bij VluchtelingenWerk. Toch zijn de verhalen van de mensen die echt moesten vluchten me altijd bijgebleven: vluchten doe je niet voor je plezier.'

'Ik ging weer studeren. Na mijn studie bedrijfskunde kwam ik in de uitvaartwereld terecht. Ik zag vaak dat mensen niets hadden geregeld voor hun uitvaart of nalatenschap. Dat leverde regelmatig drama's op. Als je specifieke wensen hebt, kun je die maar beter vastleggen in een testament. Dat heb ik zelf al lang geleden gedaan. Ik heb geen kinderen en dus denk je na wat er dan met je nalatenschap gebeurt. Familie en andere naasten zitten goed bij kas, dus heb ik besloten om na te laten aan goede doelen. VluchtelingenWerk is één van die organisaties. Want de betrokkenheid bij vluchtelingen is altijd gebleven. Ik heb als vrijwilliger en als medewerker gezien hoe belangrijk het is dat er naast de overheid een onafhankelijke organisatie bestaat die vluchtelingen bijstaat. Een organisatie die fungeert als luis in de pels van de overheid. Dat was tóén belangrijk en dat zal het ook in de toekomst zijn. Daarom staat VluchtelingenWerk Nederland in mijn testament.'