Hala (15): 'Papa, mama, mijn broertjes en ik, wij horen bij elkaar.'

Verhaal, 15 december 2020
Leestijd, 4 min.
Samen met haar moeder en broertjes vluchtte de Syrische Hala (15) naar Nederland. Haar vader bleef noodgedwongen achter. Na twee lange jaren gescheiden te zijn geweest, werd Hala vorige maand eindelijk met haar vader herenigd. 'Mijn hele leven waren we samen en toen ineens niet meer. En wisten we ook niet wanneer we mijn vader ooit weer terug zouden zien. Maar nu ben ik heel blij. Papa, mama, mijn broertjes en ik, wij horen bij elkaar.'
placeholder

Leven in angst

'We moesten weg uit Syrië omdat het daar oorlog is. Ik was toen tien jaar. Ik weet nog dat we thuis waren en we allemaal bommen hoorden. Ze vielen in de straat en op het huis naast ons. Ik was heel bang en ik moest huilen. Ik wist niet wat ik moest doen. Daarna zijn we naar een ander land gevlucht, maar we konden daar niet blijven. Mijn vader had niet genoeg geld om nog een keer met z’n allen te vluchten. Daarom zijn mijn moeder, mijn twee broertjes en ik alleen verder gegaan. Mijn vader bleef alleen achter.

Gebroken gezin

'Afscheid nemen van mijn vader was verschrikkelijk. We wisten niet wanneer we hem weer zouden zien. We moesten allemaal huilen. Ik wilde niet weg, ik wilde mijn vader niet alleen laten, maar ik moest. De reis naar Nederland duurde een half jaar. Ik vond het zo moeilijk om dat zonder mijn vader te doen, om ver weg van hem te zijn. Mijn vader was altijd bij ons. Ik miste mijn vader in alles, ik was zo verdrietig. Je voelt het in je hart als je iemand moet missen. We deden altijd veel leuke dingen met z’n vijven zoals picknicken in het park, naar het winkelcentrum en actiefilms kijken. Onze lievelingsfilm is Fast & Furious. Mijn hele leven waren we met elkaar en toen ineens niet meer. We wisten niet wanneer we hem weer zouden zien. Het was ook heel moeilijk voor mijn moeder. Ze had zoveel stress, ze moest aan zoveel dingen denken, zoveel dingen regelen in een nieuw land. En ze wist niet wanneer mijn vader naar Nederland mocht komen. Elke dag gingen we FaceTimen met mijn vader. We vertelden hoe onze dag was en wat we hadden gedaan. Dan leek het even of hij erbij was.'

Fantastisch nieuws

'Ik lag nog te slapen toen mijn broertje aan mijn bed stond. "Wakker worden", riep hij. "Er is goed nieuws. Papa mag naar Nederland komen!" Ik gaf mijn broertje een knuffel. Ik was echt zo blij. Als mijn vader thuiskwam, zou de pijn van het missen weggaan. Mijn moeder was zo blij dat ze ging huilen. We gingen meteen mijn vader bellen en plannen maken voor als hij hier was. Ik zei tegen mijn vader dat ik met hem wilde gaan fietsen door de buurt. Ik wilde ook met hem naar een restaurant en naar de film. We hebben alles gedaan, alleen nog niet naar de film omdat de bioscoop dicht is vanwege corona.'

Een grote familieknuffel

'Op Schiphol wachtten we hem op. Dat was echt spannend, we hadden hem al twee jaar niet meer gezien. Ik en mijn andere broer deden een weddenschap wie als eerste een knuffel van hem zou krijgen. Hij wilde niet kiezen, dus toen werd het een grote familieknuffel. Mijn ouders moesten huilen, zo blij waren ze dat ze elkaar weer zagen. Mijn vader was niet veranderd, maar hij zei steeds tegen ons dat we zo groot waren geworden.'

Eindelijk samen

'Toen we thuis waren, hebben we hem alle kamers van het huis laten zien. Mijn kamer vond hij ook heel mooi. Mijn broers wilden dat mijn vader de eerste nacht bij hen op de kamer kwam slapen. Dat heeft hij gedaan: eerst even bij Adam op de kamer, daarna bij Mohammed. We wonen pas drie maanden hier, in een echt huis. De eerste andere anderhalf jaar in Nederland woonden we in vijf verschillende asielzoekerscentra: Ter Apel, Dronten, Wageningen, Arnhem, Luttelgeest. Elke keer als ik vrienden had gemaakt moesten we weer weg. Ik ben blij dat we hier nu kunnen blijven.'

'Wij horen bij elkaar'

'Soms denk ik aan Syrië. Ik mis hoe het er vroeger was, met mijn familie, mijn oma, mijn tante en oom. Ze woonden allemaal in een groot huis. Daar gingen we vaak heen, met z’n allen eten. Dat was heel gezellig. Maar zij wonen ook niet meer in Damascus, ze zijn allemaal naar andere landen gegaan. Ik weet niet of ik later terug wil. Misschien als de oorlog afgelopen is, maar voorlopig niet. Het is er gevaarlijk en veel is kapot. We woonden in Damascus, de hoofdstad van Syrië, heel groot en druk. Nu wonen we in een klein dorp. Dat vind ik eigenlijk wel fijn. Lekker stil en rustig. Dit huis voelt als thuis. En ik ben natuurlijk heel erg blij dat mijn vader er weer is. Papa, mama, mijn broertjes en ik, wij horen bij elkaar.'

Steun vluchtelingen als Hala

Iedere vluchteling zoals Hala heeft een eigen verhaal. Met jouw steun geven we vluchtelingen de begeleiding die ze nodig hebben om hun toekomst in Nederland op te bouwen. Help daarom nu mee met een gift.