Parwana vluchtte als kind uit Afghanistan. 'Snel pakte ik mijn lievelingsknuffel en ging mee'

Verhaal, 17 augustus 2021
Leestijd, 4 min.
Nadat haar vader een dreigbrief van de Taliban ontving, vluchtte Parwana samen met hem halsoverkop uit Afghanistan. De Taliban had haar ooms al vermoord, er was geen tijd te verliezen. Snel pakte ze nog een knuffel, tijd om afscheid te nemen van haar moeder was er niet meer. 'We gaan straks wel weer terug naar mama', dacht ik. Parwana was acht jaar oud en zou haar moeder jarenlang niet zien.
placeholder

Doodsangsten

'De vlucht duurde lang en voerde ons over land en water. Er waren dagen dat we niets te eten hadden en ons moesten verschuilen voor de wereld. 's Nachts trokken we op paarden over de bergen. Hoewel ik het vreemd vond dat het zo laat en stiekem moest, vond ik het eigenlijk wel leuk en spannend. Later vertelde mijn vader dat ik het uitschreeuwde van plezier, terwijl hij doodsangsten uitstond. Maar ik was acht jaar en besefte niet in wat voor gevaar we verkeerden.'

Dreigbrief

'De Taliban beschouwde het als verraad dat mijn vader en zijn familie voor internationale bedrijven werkten. Drie broers van mijn vader waren al vermoord. Op een dag vond mijn vader een dreigbrief, waarin stond dat hij direct moest stoppen of anders hetzelfde lot zou ondergaan. "Pak snel wat je hebt, we moeten ervandoor", zei mijn vader geschokt. Mijn moeder, broertje en zusje waren op dat moment niet thuis. Ik pakte mijn lievelingsknuffel, een konijntje, en ging mee. "We gaan straks wel weer terug naar mama", dacht ik, niet wetende dat ik haar jaren niet zou zien.'

Op zoek naar moeder

'In Nederland woonden we lang in verschillende asielzoekerscentra. Pas nadat we onze verblijfsvergunning kregen, kon mijn vader met hulp van het Rode Kruis op zoek gaan naar mijn moeder.  De dag dat ik haar voor het eerst aan de telefoon kreeg, hoorde ik haar alleen maar huilen. Al die jaren heeft ze niet geweten wat er die dag met ons gebeurd is. Later, toen ze met mijn broertje en zusje naar Nederland kwam, moest ik een tijdlang aan haar wennen. Ze zag er zo anders uit dan in mijn herinneringen en ik verweet het haar een beetje dat ze zo lang was weggeweest.'

Lastig meisje

'Ik vraag me weleens af hoe mijn leven eruit zou hebben gezien als ik in Afghanistan was gebleven. Met de beste bedoelingen zou ik vermoedelijk zijn uitgehuwelijkt, en zouden mijn man en kinderen nu mijn enige zorg zijn. Maar misschien ook niet, mijn vader is altijd open minded geweest en binnen onze familie werd op het belang van onderwijs gehamerd. Bovendien had ik altijd al een uitgesproken mening. Mijn moeder grapt weleens dat ik als klein meisje in Afghanistan erg lastig was. Dan riep ik luid dat ik het oneerlijk vond dat meisjes een hoofddoek moesten dragen en jongens niet.'

Harde reacties op social media

'Mijn vluchtelingschap moet niet te groot worden gemaakt, ik ben een individu. Daarom zal ik mensen niet zo snel vertellen dat ik gevlucht ben. Maar als ik eerlijk ben spelen de harde reacties op social media daar ook een rol in. Het is hartverscheurend hoe bot mensen kunnen reageren en ik waak ervoor om zo behandeld te worden. De verdeeldheid heerst sterk in het vluchtelingendebat. Gelukkig zie ik ook een hoop mensen die de nuance aanbrengen, net zoals VluchtelingenWerk dat doet.'

Elkaar de ruimte gunnen

'Vluchtelingen moesten noodgedwongen op zoek naar een nieuwe toekomst. Ik ben ervan overtuigd dat de meesten van hen gemotiveerd zijn en zich in Nederland willen ontwikkelen. Maar dan moeten ze natuurlijk wel een kans krijgen. Als ik mensen hoor praten dat alle vluchtelingen 'uitkeringstrekkers' zijn, wil ik juist het tegendeel bewijzen. Een bekende Afghaanse uitspraak luidt: "Zolang het hart niet krap zit, is er altijd genoeg ruimte". Dat zei mijn oma altijd, als haar huis weer tjokvol familieleden zat. In Nederland vangen wij relatief weinig vluchtelingen op. Laten we elkaar daarom de ruimte gunnen.'

Onlangs spraken we Parwana weer, dit keer over de afgrijselijke gebeurtenissen in Afghanistan

Onbeschrijfelijke gevoelens

'Veel mensen vragen hoe het met me gaat, nu de Taliban de macht weer terug gegrepen heeft. Verdriet, woede, machteloosheid: het is onmogelijk om één emotie te noemen die beschrijft wat er door me heen gaat. Mijn hart bloedt voor mijn land. Al twintig jaar worden Afghanen gemangeld. Onschuldige mensen zonder enige invloed zijn het slachtoffer in een strijd om geld, macht en grondstoffen. En de wereld kijkt mee, maar wendt haar ogen af. Geopolitiek en geld blijken meer waard dan mensenlevens.'

Valse beloftes Taliban

'Ik kon wegkomen, ik kreeg een kans op een leven. Zij niet. Ook dat maakt me verdrietig, maar dat geldt voor de Afghaanse diaspora over de hele wereld. Allemaal kijken we sceptisch naar de verzoenende beloftes van de Taliban. Hun daden staan nog op ieders netvlies en bovendien strookt hun recentere gedrag ook niet met hun mooie beloftes. Ik hoop dat de wereldleiders de Taliban niet erkennen als legitiem bewind en de landen die dat wel doen worden gesanctioneerd. En ik hoop met heel mijn hart dat er steun wordt gestuurd naar  Afghanistan.'

Teleurgesteld

'Vooralsnog voel ik me teleurgesteld, ook in de Nederlandse overheid. Ondanks dat Afghanistan al vier jaar het onveiligste land ter wereld wordt genoemd, wilde Nederland Afghanen tot voor kort terugsturen. Dat is zowel absurd als schandalig. Daarom moet Nederland luisteren naar Afghaanse vluchtelingen en hen bescherming bieden. Daar moeten we met zijn allen onze stem voor laten horen. Politieke druk is zo belangrijk.'