Ramazan vluchtte uit Iran, maar zit vast in kamp Moria

Verhaal, 15 maart 2020
Leestijd, 4 min.
Ramazan vluchtte uit Iran, maar strandde met zijn gezin in Griekenland. In het beruchte kamp Moria probeert het gezin te overleven. Voor Ramazan, die slecht ter been is, zijn de mensonterende omstandigheden extra zwaar: 'Elke dag staan we zes uur in de rij voor eten. Aan douchen kom ik niet toe, ik kan niet nóg een keer in de rij staan.'
placeholder

 

 

Slecht ter been

Twee buurmannen maken in de late middag een praatje. Het tafereel is doodgewoon en gemoedelijk, maar de omstandigheden zijn dat niet. Beide mannen zijn overduidelijk slecht ter been en ze staan middenin de 'jungle': een wirwar van tenten en zelfgebouwde optrekjes rond kamp Moria op Lesbos. Hoe redden ze het hier op de vaak glibberige heuvels, met oneffen paadjes, zonder solide dak boven hun hoofd?

Ramazan, de oudste van de twee (56), wil er wel over vertellen, we mogen mee naar het plekje voor zijn tent. 'Mijn ene dochter ligt hier binnen te slapen, ze is ziek en ze heeft een huidprobleem,' vertelt hij. 'Daarvoor heeft ze medicijnen gekregen, maar die werken niet. Mijn vrouw en mijn andere dochter zijn naar een NGO om kleding uit te zoeken.'

Eierdozen als kussen

Moeizaam gaat Ramazan zitten op een steen bij zijn voortent. Er hangen oude dekens voor de ingang; dun plastic moet voor wat isolatie zorgen. Er is geen stoel, geen tafeltje, alleen een soort laag bankje, gemaakt van een pallet. Een stapeltje eierdozen doet dienst als zitkussen. Er liggen wat flessen water. Ramazan biedt ons thee aan, maar we bedanken – deze man wil je geen stap meer laten zetten dan nodig.

'We zijn zeven maanden geleden gevlucht uit Iran,' vertelt Ramazan. 'Twee maanden en twaalf dagen geleden kwamen we aan in Moria. Het is hier heel zwaar. Ik heb veel pijn in mijn knieën en mijn rug – ik heb arthritis. Bovendien ben ik blind aan het worden, mijn ogen gaan snel achteruit. Dat maakt het moeilijk om naar de wc te gaan, of water te halen. Alles is ver weg.'

Overbelast

Is er geen dokter die helpt, is er geen geschiktere plek voor mensen zoals Ramazan? 'De NGO-dokters geven pijnstillers, maar zij kunnen niet beslissen dat ik naar een betere opvang mag en ze verwijzen me ook niet door. Ik had geen hoge verwachtingen toen ik op Lesbos aankwam. Maar ik hoopte wel dat er een dokter zou zijn die mij zou behandelen.' De realiteit is dat artsen alleen nog tijd hebben voor de meest urgente patiënten. Moria is bedoeld voor drieduizend mensen. Als we Ramazan spreken zijn het er 15.749: is het kamp zwaar overbelast, alle voorzieningen schieten tekort.

Uren in de rij

Ramazan vervolgt: 'De Griekse gezondheidsorganisatie Keelpno moet bepalen of ik naar het vasteland mag. Ik ga telkens naar ze toe, maar ze willen mij niet binnenlaten. Je moet een brief hebben, en ik weet niet hoe ik daaraan moet komen. Voor een uitgebreide zoektocht om dat te achterhalen heeft Ramazan noch de energie, noch de tijd. 'Elke dag staan we in de rij voor het eten. Twee uur voor het ontbijt, twee uur voor de lunch en twee uur voor het avondeten.' Hoe zijn de hygiënische voorzieningen? 'Aan douchen kom ik niet toe, ik kan niet nog een keer in de rij staan. We zitten hier vast, we kunnen niks doen.'

Verwoeste familie

Plotseling wijst hij met een verbeten blik op het litteken op zijn voorhoofd. Met een ruk draait hij zijn hoofd, wijst op zijn achterhoofd: 'Kijk, daar zit er ook één, en hier, op mijn buik. Twintig jaar geleden hebben ze mijn familie verwoest. Mijn vader, mijn moeder, iedereen hebben ze vermoord. Ze sloegen mij om me te vermoorden, maar ik ging niet dood. Er is voor mij geen plek in Afghanistan en niet in Iran. Het enige wat ik wil is naar mijn zoon in Duitsland. Ik wil naar mijn zoon, ik heb hem vijf jaar niet gezien.'

Een betere toekomst

De schaduwen worden langer, de lucht wordt vochtiger. Ramazan masseert zijn voeten. De avond zal hem geen verlichting brengen. 'Het wordt hier ‘s nachts heel koud, mijn gewrichten doen dan extra pijn. En de tent is klein, ik kan niet goed liggen.'

Dan komt Ramazans vrouw de heuvel oplopen, samen met hun tienerdochter. Stralend houden ze tasjes met NGO-kleding omhoog. Ramazans gezicht verzacht. 'Ik zoek een rustige plek om te leven', zegt hij. 'Waar mijn dochters naar school kunnen en een betere toekomst krijgen.'

Steun vluchtelingen als Ramazan

Iedere vluchteling zoals Ramazan heeft een eigen verhaal. Met jouw steun geven we vluchtelingen de begeleiding die ze nodig hebben om hun toekomst in Nederland op te bouwen. Help daarom nu mee met een gift.