'Opvang in de regio' wordt vaak genoemd als de oplossing van het vluchtelingenvraagstuk in Europa. Vluchtelingen zouden veel beter in de eigen regio van herkomst (buurlanden) kunnen blijven. Dan hoeven ze geen levensgevaarlijke tochten te ondernemen naar Europa waarvoor ze veel geld moeten betalen aan mensensmokkelaars. Bovendien zouden ze dan weer sneller kunnen terugkeren naar het eigen land, mocht dat weer veilig zijn.
Feit is dat al jarenlang verreweg de meeste vluchtelingen verblijven in buurlanden in de regio, meestal ontwikkelingslanden. Volgens de UNHCR gaat het om 86 procent van alle vluchtelingen. Ongeveer 10 miljoen mensen zijn langdurig op de vlucht. Zij leven vaak in slechte omstandigheden, zonder toekomstperspectief, en hopen op betere tijden.
Vluchtelingen hebben recht op bescherming op grond van verdragen. Daarom spreekt VluchtelingenWerk over ‘bescherming in de regio’. Het gaat namelijk niet alleen om ‘opvang’: veiligheid en toegang tot basale voorzieningen zoals voedsel en onderdak. Bescherming betekent ook het bieden van toekomstperspectief. Toegang tot onderwijs en werk, deel uitmaken van de samenleving, zelfredzaam zijn en je gezin kunnen onderhouden. In de praktijk zitten vluchtelingen vaak jarenlang in een uitzichtloze situatie met minimale voorzieningen.
Europa moet daarom de armere landen die de zwaarste lasten dragen ondersteunen om vluchtelingen daar beter te beschermen.