Moeder en kind na 15 jaar herenigd in Maas en Waal
Moeder Ikram behoort tot het Oromovolk. Dat is de grootste bevolkingsgroep in Ethiopië en de Oromo’s waren de eerste landbouwers van Afrika. Het volk wordt al decennia onderdrukt door de huidige regering die tot de Tigray behoort en door de andere grote bevolkingsgroep, de Amharen. Begin van deze eeuw heerste er in het land droogte en waren er conflicten rond land, vee en water. De politieke beweging van de Oromo was - en is - verboden. Moeder Ikram zong in die woelige periode protestliederen en werd hiervoor in de boeien geslagen. Vijf maanden zat ze in de gevangenis. Toen ze vrij was, vluchtte ze over een woeste zee met honderden andere Oromo's naar Yemen. De helft van de opvarenden sloeg overboord in de golven. Zij probeerde als vluchteling een nieuw leven op te bouwen in Yemen, leerde er de Arabische taal en haalde een bakkerscertificaat, ze hertrouwde en kreeg een dochter. Haar baby die ze kwijt raakte toen ze gevangen werd genomen, werd verzorgd door zijn oma in Ethiopië. Haar nieuwe man stierf in een afschuwelijk ongeluk. De UNHCR (Wereld Vluchtelingen Organisatie van de Verenigde Naties) selecteerde haar als kwetsbare alleenstaande moeder die gevlucht was en Nederland nodigde haar uit om in Maas en Waal veilig te kunnen leven.
De oma werd intussen oud, de protesten van Oromo's en het medogenloze geweld tegen hen - waar ook kinderen slachtoffer van zijn op straat - laaiden weer op. Ook in Yemen brak oorlog uit. Vluchtelingenwerk hielp Ikram om zich, na al die jaren, te herenigen met haar zoon. Na een jaar lang papieren sturen en onderzoek door de instanties, werd ook haar zoon Rafat, destijds een baby, uitgenodigd. Hij was intussen al vijftien geworden en had het in zijn jongenshoofd gehaald om in zijn eentje door Soedan te reizen naar Libië en in een bootje te stappen op weg naar zijn moeder. Gelukkig heeft hij dat niet gedaan, want al zijn vrienden die dit hachelijke avontuur wel gewaagd hebben, zijn onderweg gestorven. Allemaal zijn zij verdronken. Net als zijn neef.
Afgelopen week kwam hij aan op Schiphol. Volgende week gaat hij naar school: de Internationale Schakelklas op het Lingecollege in Tiel. Daar gaat hij Nederlands leren. Hij spreekt en schrijft al vloeiend Oromo, Amhaars en Arabisch. Plus een paar woorden Engels. Hij heeft al drie alfabetten geleerd, die er ieder heel anders uitzien. Rafat mist zijn familie en vrienden in Ethiopië vreselijk, maar loopt nu wel te dollen en te lachen met zijn stiefzusje Suzan. Hij droomt ervan om ingenieur te worden, of anders profvoetballer. Zijn hobby's zijn hardlopen en voetballen.
Hij en zijn moeder zijn Nederland en de vrijwilligers van Vluchtelingenwerk heel dankbaar.
Wil je ook vluchtelingen helpen? Mail voor meer Informatie Kverkaar@vluchtelingenwerk.nl voor hulp bij vestiging en maatschappelijke begeleiding of jhammadi@vluchtelingenwerk.nl voor hulp bij taal en inburgering.
Foto credit: Anke van Leeuwen