Integratie statushouders grote opgave voor gemeenten
Klaarstaan voor de nieuwe Wet Inburgering
Gemeenten hebben nog veel te doen om te zorgen dat zij klaar zijn voor de start van de nieuwe inburgeringswet waarbij gemeenten zelf de regie krijgen over de inburgering. Vooral voor kleine gemeenten is het belangrijk om regionaal samen te werken om een kwalitatief en divers inburgeringsaanbod aan te bieden. 80% van de gemeenten werkt al met een uitgebreide intake bij nieuwe statushouders om een compleet beeld te krijgen van de leefsituatie van de statushouder. Door in het begin te investeren in een goede relatie tussen begeleider en statushouder en een combinatie te bieden van taal en participatie zorgt dit voor een snellere arbeidstoeleiding. Het rapport beveelt aan om de nieuwe aanpak ook ten goede te laten komen van de huidige inburgeraars die nog onder de huidige wet vallen.
Gevolgen coronacrisis
In de Monitor van het KIS spreken gemeenten hun zorgen uit over de gevolgen van de coronacrisis. Zij verwachten, of zien al, dat vluchtelingen hun baan kwijtraken omdat tijdelijke contracten niet worden verlengd en zij vrezen dat het zoeken naar een (nieuwe) baan in deze periode moeizamer zal zijn en meer vluchtelingen in de bijstand terecht komen. Gemeenten pleiten dat de financiële tegemoetkoming voor werkgevers, om statushouders in dienst te nemen, wordt uitgebreid zodat het gat dat ontstaat door Corona beter kan worden opgevangen. Opvallend is dat gemeenten steeds meer oog hebben voor nazorg voor statushouders en werkgevers omwille van een duurzame uitstroom uit de bijstand.
Valse start door lange wachttijden
Door de lange wachttijden bij de asielprocedure maken duizenden vluchtelingen een valse start. Deze tijd kan veel beter benut worden door alle wachtende asielzoekers professionele Nederlandse taalles te geven en hen actief te houden met een goed aanbod van activiteiten en participatiemogelijkheden in- en buiten de centra, zoals vrijwilligerswerk, stages of werk. Het KIS pleit in het rapport voor een aanpak waarin de inburgering en arbeidstoeleiding start in het AZC zodra de koppeling met de gemeente is gemaakt. Door deze vroege start onderdeel te maken van het gemeentelijke inburgeringsbeleid worden de nieuwe mogelijkheden die de nieuwe inburgeringswet biedt vanaf 1 juli 2021 benut om de integratie van de nieuwe groep statushouders zo snel mogelijk te laten beginnen. Willen gemeenten dit echter kunnen waarmaken dan zullen (kleinschalige) opvangcentra beter over het land moeten worden verdeeld.
Huisvesting
Door de problemen bij de IND moeten in 2021 veel meer vluchtelingen dan gebruikelijk worden gehuisvest. Dit betekent waarschijnlijk dat in sommige gemeenten ook gezocht zal moeten worden naar alternatieve vormen van huisvesting. Deze creatieve oplossingen voor huisvesting mogen niet ten koste gaan van de mogelijkheid om te integreren. Voorkomen moet worden dat vluchtelingen een langere tijd met grote groepen in kleine ruimtes worden geplaatst, met gedeelde voorzieningen en weinig privacy, want dit bevordert de integratie niet. VluchtelingenWerk vindt dat dit echt alleen als tijdelijke oplossing gebruikt kan worden.
Investeren in integratie
VluchtelingenWerk Nederland herkent de conclusies uit het rapport van KIS en is blij dat gemeenten steeds meer investeren in duurzame integratie. De integratie van vluchtelingen is een zaak van een lange adem die zich op de lange termijn uitbetaalt. Gemeenten zullen het komende jaar voor extra uitdagingen komen te staan vanwege de grotere aantallen door de achterstanden bij de IND en de gevolgen van Corona. VluchtelingenWerk pleit voor een snelle start al in de asielzoekerscentra om te voorkomen dat er wederom een periode van uitzichtloos wachten gaat ontstaan bij mensen die zo graag willen beginnen met het opbouwen van een nieuw bestaan in Nederland.