Gestrand buiten Ter Apel
Gesloten hekken
De Syrische Ahmed (33) arriveerde een week geleden in zijn eentje bij aanmeldcentrum Ter Apel met alleen de kleren die hij aan had. Het centrum bleek vol en dus sloot Ahmed zich aan bij de groeiende groep asielzoekers die bivakkeert voor de ingang. Hij zit tussen de geparkeerde auto’s op het gras naast het aanmeldcentrum, op deze hete dag geven de bomen wat verkoeling.
Tientallen mannen, vrouwen en kinderen staan met koffers en tassen bij de gesloten hekken voor de ingang van Ter Apel. ‘Ze zeggen dat ik niet naar binnen kan, het is vol,’ vertelt Ahmed. ‘Ik slaap nu al een week buiten.’ Hij wijst naar het grasveld verderop, waarboven bruine tentdoeken zijn gespannen. Er zitten wat mensen op wegwerpdekens, de schoenen netjes ernaast. ‘Eén dag was het heel heet en daarna regende het de hele dag, ik ben ziek van verkoudheid.’
Vanuit een kleine vrachtwagen verkoopt een handige ondernemer groente, fruit, olijven en platte Arabische broden. Een man probeert zijn verstandelijk beperkte zoontje in bedwang te houden, het kind stoot harde geluiden uit. Iemand anders wappert met een handgeschreven doktersverklaring in het Arabisch. Zijn zoontje is ziek, mogen ze alsjeblieft toch naar binnen in het centrum?
Angst om overgeslagen te worden
Net als veel anderen mensen rond Ter Apel stapt Ahmed niet in de bus voor een slaapplaats elders in het land. Hij vreest dat hij anders nooit aan de beurt komt om een asielverzoek te doen. Sommige wachtenden om hem heen zijn de afgelopen weken al vijftien keer in een bus naar een crisisnoodopvang gebracht na een vergeefse poging om geregistreerd te worden in Ter Apel. Anderen willen wel gebruik maken van de crisisplekken, maar door logistieke problemen was er soms geen bus om hen daarnaartoe te brengen.
Ahmed: ‘Het enige dat ik wil, is dat de procedure begint en die begint hier, in Ter Apel. Als ik naar een noodopvang ga, duurt dat nóg langer. Ik wil zo snel mogelijk mijn vrouw en kinderen hierheen halen. Mijn jongste is zes maanden, ik heb haar nog niet gezien. Het Libanese vluchtelingenkamp waar ze zitten is een gevaarlijke plek.' Ahmed heeft nauwelijks contact met hen, omdat de politie in Griekenland zijn telefoon afpakte. Op het formulier dat hij bij zich heeft staat: ‘zonder bagage, telefoon of papieren.'
'Nooit verwacht'
‘Ik begrijp niet hoe er wordt geselecteerd wie er wel of niet naar binnen mag,’ gaat Ahmed verder. ‘Sommige mensen, net als wij uit Syrië, mochten na drie dagen al naar binnen terwijl ik al veel langer wacht.’
Op zijn onderbeen zijn littekens te zien van granaatscherven. Er zijn nieuwe open wondjes bijgekomen. ‘Ik lijd al tien jaar door de oorlog in Syrië. Op tv zag ik dat Nederlanders aardige mensen zijn die vluchtelingen helpen, dat heb ik nog niet meegemaakt. Ik had nooit verwacht dat ik hier zo zou worden behandeld.’
Rode stempel
Mohammed (38), die met twee vrienden onder de tentdoeken zit op het gras, is aanvankelijk wél naar een noodopvanglocatie gegaan. ‘Toen ik in Ter Apel aankwam, is mij verteld dat we binnen zeven dagen een afspraak zouden krijgen. Maar ik heb tien dagen in een noodopvang in Zuiderbroek gezeten en tien dagen in een andere noodopvang. Al die tijd hebben we niks gehoord over de start van onze procedure. Daarom ben ik terug naar Ter Apel gegaan.’
Vandaag werd hem drie keer gevraagd om in de bus te stappen, maar dat wil Mohammed niet meer. Nu staat er een rode stempel op zijn formulier. ‘Wat betekent dat?’, vraagt hij bezorgd. ‘Word ik nu afgewezen?’
Hij laat een plastic tasje zien met witte boterhammen, een flesje water, een flesje limonade. Hij drinkt zo weinig mogelijk, vertelt hij. ‘Anders moet je naar de wc en die zijn verschrikkelijk vies’, zegt hij, knikkend naar het rijtje dixi’s dat op enkele meters afstand staat. ‘Het enige dat wij doen is wachten.’
In de bus
Ook Mohammed had deze ontvangst in Nederland niet verwacht. ‘Ik hoop zo dat mijn asielprocedure snel begint en afgerond is. Dan kan ik mijn familie eindelijk weer zien, de Nederlandse taal leren en werken. Dan kan ik mijn leven weer oppakken.’
Aan het einde van de middag stoppen er verschillende bussen om asielzoekers naar een noodopvang te brengen. De Syrische Wael (45) die vandaag met zijn vrouw en twee kinderen aankwam, stapt in. ‘Ik volg de instructies van het COA maar op. Ik wil hoe dan ook een dak boven ons hoofd.’