Waarom het verbod op voorrang voor statushouders niets gaat oplossen

Nieuws, 17 juli 2025
Leestijd, 3 min.
Statushouders krijgen geen voorrang meer op sociale huurwoningen. Dit klinkt misschien eerlijk, maar dat is het niet. Een verbod op voorrang zorgt juist voor nieuwe problemen, zo stellen gemeenten, woningcorporaties en het COA. Ook is het geen oplossing voor het woningtekort in Nederland.
placeholder

Wat is er aan de hand?

Op 11 juli presenteerde minister Keijzer haar plannen voor de huisvesting van statushouders. Door het verbod op voorrang komen zij niet meer in aanmerking voor een sociale huurwoning. De regels die gelden voor de voorrang op een sociale huurwoning horen echter voor iedereen gelijk te zijn. Het is discriminatie om een hele groep mensen daarvan uit te sluiten.

Het kabinet wil alleenstaande statushouders nu gaan huisvesten in kamers en geeft gemeenten slechts een jaar de tijd om dit te regelen Het is daarnaast aan de gemeenten om gezinnen met kinderen tóch voorrang te verlenen. Maar dat is moeilijk te realiseren nu het kabinet een verbod op voorrang gaat instellen.

Waarom zorgt dit verbod voor problemen?

  1. Er is geen gelijk speelveld.
    Een statushouder kun je niet vergelijken met een thuiswonende jongere die zelfstandig wil wonen. Er is geen thuis om op terug te vallen en zonder opgebouwde inschrijftijd is een statushouder veroordeeld tot een langer verblijf in een azc. Een statushouder is geen gewone starter op de woningmarkt, maar wordt gezien als 'technisch dakloos' (iemand die niet op straat leeft, maar ook geen eigen woonruimte heeft).

  2. Een kwetsbare groep wordt nog kwetsbaarder.
    Woningcorporaties geven aan dat het niet mogelijk is om binnen een jaar voldoende woonruimte te creëren voor statushouders. Zij worden daarom afhankelijk van particuliere huurbazen of werkgevers voor een woning. Statushouders zullen vaker moeten verhuizen en mogelijk daardoor hun baan verliezen. Of andersom: als zij hun baan verliezen, worden zij ook dakloos. Dit maakt mensen kwetsbaar voor uitbuiting en we zien dit al gebeuren bij arbeidsmigranten.

  3. Extra druk op de (nood)opvang.
    Ook het COA maakt zich grote zorgen over de extra druk op de opvang die wordt veroorzaakt door een verbod op voorrang. Daarnaast kost de noodopvang de samenleving ook nog eens een hoop geld.

Waarom voorrang verlenen juist onderdeel is van de oplossing

Gemeenten en woningcorporaties maken plannen om het aantal woningen te vergroten, voor alle (urgent) woningzoekenden, inclusief statushouders. Bijvoorbeeld door woningen te splitsen of door de inzet van flexwoningen. Deze oplossing heeft de voorkeur boven kamerverhuur. Het biedt namelijk meer veiligheid en is daarom ook geschikt voor gezinnen. Daarbij is het risico op overlast veel kleiner.

Het is van belang dat statushouders onderdeel uitmaken van deze plannen. Zij moeten in gewone wijken kunnen wonen, met Nederlandssprekende buren. Dit helpt hen met het leren van de taal, het vinden van een baan en het in veiligheid opbouwen van een nieuw leven. Zonder voorrangverlening is dit niet mogelijk.

Door voorrang te verlenen houden de gemeente en de woningbouwvereniging regie over waar mensen komen te wonen in de wijk. Het is een belangrijk instrument om te zorgen voor spreiding. Wijken die overbelast dreigen te raken kunnen zo worden ontzien. Dat is cruciaal voor statushouders en voor de samenleving.

Daarom vragen wij de politiek: Stop het verbod op voorrang voor statushouders. Luister naar de uitvoerende partijen en geef vluchtelingen een eerlijke kans!