Bakri (30): 'In Nederland ben ik de enige plissé-bewerker.'
‘“Dit is magie!”, dacht ik toen ik voor het eerst zag hoe plissé werd gemaakt. In Nederland ben ik de enige plissé-bewerker, maar ook in Syrië was weinig concurrentie. Mijn fabriek groeide snel en we leverden stoffen over de hele wereld. Daardoor liep ik extra gevaar toen de oorlog dichterbij kwam: slechte mensen wisten dat er iets te halen viel.'
'Van mijn fabriek is niets meer over'
'Ik sloot de fabriek en vluchtte naar Turkije, met het idee snel weer naar thuis te kunnen. Maar inmiddels zijn er zeven jaren voorbij. Van mijn fabriek is, net als van de rest van Aleppo, niets meer over. Nu werk ik heel hard om alles weer op te bouwen. De gemeente Hilversum hielp met mijn ondernemingsplan, via Facebook vond ik een werkruimte en viavia kreeg ik klanten. Mijn eerste echte klus was voor designerduo Victor&Rolf.'
'Voor ik begin, moet ik mijn hoofd "leegdenken"'
Mijn ambacht heeft me veel gegeven. Het hielp me de taal te leren, vrienden te maken en zelfstandig te worden. Ook geeft het afleiding. Plissé maken vergt veel concentratie: berekeningen maken, patronen tekenen en vervolgens alles vouwen. Eén foutje en je moet opnieuw beginnen. Daarom moet ik voor ik begin mijn hoofd “leegdenken”. Als ik werk, is er geen ruimte voor zorgen of herinneringen.’
Steun vluchtelingen als Bakri
Iedere vluchteling zoals Bakri heeft een eigen verhaal. Met jouw steun geven we vluchtelingen de begeleiding die ze nodig hebben om hun toekomst in Nederland op te bouwen. Help daarom nu mee met een gift.