'Mijn enige wens? Dat mijn familie ook hier is'
Sama en haar moeder proberen elke dag contact te hebben met familie en vrienden in Gaza. Dat lukt lang niet altijd. ‘Vaak is er geen elektriciteit, geen wifi en dus ook geen contact mogelijk. En je weet nooit hoelang dat gaat duren.’ De onzekerheid over het lot van hun geliefden in Gaza knaagt aan Sama. Het maakt haar boos dat de wereld toekijkt. ‘Het zijn gewoon mensen hè? Moeders, dochters, zoons, vaders. Het is allemaal zo oneerlijk. Er is geen water, geen voedsel meer. Het is nergens veilig. Mijn beste vriendin Dalia moest van noord naar zuid vluchten. Ze vertelde me dat ze de hele tijd haar ID omhoog moest houden en niet even haar arm kon laten zakken omdat de kans bestond dat ze dan werd neergeschoten. Ook haar tranen om de vele lijken die ze zag liggen kon ze niet wegvegen. In Khan Younis is ze bij een vriendin van haar oma gaan wonen. Nu moet ze ook daar weg. Maar ze kent niemand in het zuiden. En de schuilplekken zijn allemaal vol. Ze zei letterlijk tegen mij: Sama, ik weet niet waar ik heen moet.’
Alles kwijt
Sama is zichtbaar geraakt, maar praat rustig, bijna ingetogen, zittend op de bank in de woonkamer van het huis waar ze met haar moeder en zusjes woont. Haar ouders zijn gescheiden, haar oudere broer woont op zichzelf. Ze vertelt dat als er wel contact mogelijk is, ze horen dat mensen in paniek zijn. ‘Je kan je niet voorstellen hoe het met hen gaat. Degenen die nog leven, zijn mentaal gewoon helemaal dood.’ Af en toe vult Sama’s moeder haar verhaal aan, geëmotioneerd, zeker als ze vertelt over de slachtoffers in de familie. Haar tante is omgekomen, haar zus is met haar kinderen levend onder het puin vandaan gehaald. ‘Het huis van de buren werd gebombardeerd en daarna stortte ook het huis van mijn tante in’, legt Sama uit. ‘Gelukkig hebben ze het overleefd. Nu wonen ze bij mijn oma. Maar ze zijn alles kwijt. Mijn neefjes zijn in dat huis geboren, ze hebben daar gehoord dat mijn tante zwanger was, dat zij geslaagd waren voor hun schoolexamen. Alles hebben ze daar meegemaakt en nu opeens, boem, is alles weg.’
Vuurwerk bleek bombardement
Sama weet hoe het is als je huis wordt gebombardeerd. Toen ze vier was, werd hun appartementencomplex in Gazastad geraakt door een raket. ‘Ik kan me verder niks herinneren van die leeftijd, maar dit wel. Wij konden vluchten, maar om me heen zag ik allemaal lijken liggen. Van mijn buren. Van mijn vriendjes en vriendinnetjes, en die van mijn zus en broer. Dit is één van de momenten die ik nooit kan vergeten.’ Het andere vond plaats op haar 10e verjaardag. Het gezin woonde inmiddels in het zuiden van Gaza, maar ook daar was het niet veilig. ‘Wat ik nog weet is dat we met de hele familie samen waren. Mijn tantes en ooms en de kinderen, mijn neefjes en nichtjes. En dat ik toen vuurwerk hoorde. Ik was blij, omdat het mijn verjaardag was. Maar het bleek geen vuurwerk te zijn. Het waren bombardementen waarbij mensen om het leven kwamen.’ Haar vreugde over feestelijk vuurwerk dat een dodelijk bombardement bleek, leidde tot een enorm schuldgevoel. Sama kreeg mentale problemen. Dat trok haar ouders over de streep. Ze besloten weg te gaan en elders een nieuw leven te starten.
Halfway home
Het duurde anderhalf jaar om uit Gaza weg te komen. ‘Wij hadden die mogelijkheid omdat we het financieel goed hadden’, zegt Sama. ‘Veel anderen niet.’ De eerste tijd in Nederland was moeilijk. Het gezin ging van azc naar azc en verbleef in een jaar tijd op wel zeven verschillende locaties, verspreid over het land. Dat zorgde voor onrust, en eenzaamheid. ‘In Gaza was ik altijd omringd door mensen. Mijn nichtjes, mijn beste vrienden, klasgenoten. Elk weekend gingen we naar oma toe. Ik had een druk sociaal leven. Nu viel ik als elfjarige in een gat.’
Ik heb een tatoeage op mijn arm. Halfway home staat er. Zo voel ik me altijd.
Vooral het azc in Gilze was afschuwelijk, vertellen Sama en haar moeder. Het was daar zo onveilig dat Sama en haar oudere zus altijd op hun kamer bleven, en alleen onder begeleiding naar de wc gingen. Pas toen ze een verblijfsvergunning kregen en een eigen huis, konden de kinderen naar een school in de buurt en een stabiel leven opbouwen. Toch voelt Sama zich nog steeds verscheurd. ‘Ik heb een tatoeage op mijn arm. Halfway home staat er. Zo voel ik me altijd. Ik voel me hier in Nederland niet honderd procent thuis, maar ook niet daar in Gaza.’
Boodschap overbrengen
Nu zit Sama in het eindexamenjaar van de Havo. Hierna wil ze een studie journalistiek of media gaan doen. Met reden. ‘Palestina is lang niet het enige land waar iets speelt waar niemand vanaf weet. Sinds ik heb meegedaan aan het tv-programma Fight or Flight weet ik dat ik echt een boodschap kan overbrengen. Ik heb daarna berichtjes gekregen van mensen die zeiden dat ze zich door mijn verhaal in de situatie in Gaza zijn gaan verdiepen.’
Over de oorlog nu praat ze alleen met twee goede vrienden. ‘Toen het begon, heb ik mijn docenten gezegd dat ik er op school zo min mogelijk over wil praten. Want ik wist dat ik het heel moeilijk zou gaan vinden.’ Als klasgenoten bijvoorbeeld zeuren over de regen, terwijl de mensen in Gaza blij zijn als het regent, want dan hebben ze water om te drinken. ‘Bij alles leg ik het verband met wat er nu in Gaza gebeurt, maar ik probeer er zo weinig mogelijk over te zeggen. Mijn klasgenoten hebben nooit zoiets meegemaakt, dus ze kunnen het ook niet begrijpen. Als ik wel elke keer iets zou zeggen, zou ik alleen maar het tegenovergestelde bereiken van wat ik wil.’
Familie horen geeft hoop
Ze zou eigenlijk in de herfstvakantie naar Dalia gaan, die ze al die jaren dat ze in Nederland is niet meer heeft gezien. ‘We hadden zoveel plannen. We zouden ergens een zaaltje gaan huren en allemaal vrienden uitnodigen. We zouden een groot feest gaan geven voor alle verjaardagen die we hebben gemist. Dat is uiteindelijk niet gelukt.’ Dalia vierde haar 21e verjaardag te midden van geweld, en zonder beste vriendin.
Sama zit veilig in Nederland, maar is mentaal daar. Hoe ze het volhoudt? ‘Ik krijg mijn hoop altijd van mijn familie daar. Vooral van mijn oma. Als ik ze spreek, geeft mij dat hoop. Maar stel dat ik ze de komende dagen niet kan bereiken, dan is mijn hoop weg. Iemand vroeg me laatst: Als je één wens zou hebben, wat zou dat dan zijn? Vroeger was mijn antwoord dan altijd dat ik iedereen één wens toewenste, want ik vind het heel egoïstisch dat ik alleen iets mag doen. Tot nu. Sinds de agressie op Gaza weer begonnen is, is mijn enige wens dat mijn familie ook hier is. Dat zij ook de kans hebben om te leven.’
Versnelde gezinshereningsprocedure
Steun vluchtelingen als Sama
Iedere vluchteling zoals Sama heeft een eigen verhaal. Met jouw steun geven we vluchtelingen de begeleiding die ze nodig hebben om hun toekomst in Nederland op te bouwen. Help daarom nu mee met een gift.