Noori over zijn 'speciale plek' in Nederland: de Haarlemse Molenplas

Verhaal, 1 augustus 2022
Leestijd, 3 min.
In de rubriek 'Mijn plek' vertellen vluchtelingen over een speciale plek in Nederland, die na hun aankomst veel voor hen betekende. Deze keer: Tijdens zijn vlucht raakte de Afghaanse Noori (57) zijn vrouw en kinderen kwijt. Nadat hij zijn gezin terugvond duurde het nog twee jaar voordat ook zij naar Nederland konden komen. In die stressvolle jaren kwam Noori enigszins tot rust bij de Haarlemse Molenplas.
placeholder

Kwetterende vogels

‘In de zomer van 2011 belandde ik per toeval op deze plek. Na anderhalf jaar azc in Den Helder kreeg ik in januari van dat jaar mijn eigen appartement in Haarlem. Al snel ging ik op de fiets met behulp van Google Maps de stad verkennen. Op een zomerdag dacht ik dat Haarlem geen geheimen meer voor mij had, maar twee kilometer van mijn huis kwam ik tot mijn verrassing in een andere wereld terecht. Geen flats, maar gras en bomen. Kwetterende vogels in plaats van autogeluiden. Via een bos kwam ik bij een grote plas. Aan de overkant stond een oude molen.

Hoe Hollands het landschap er ook uit zag, het deed me denken aan Kandahar. Daar hadden we vroeger bij ons huis een groot stuk land van vijf hectare met gras en fruitbomen. We teelden diverse soorten fruit, appels, peren en granaatappels. Kandahar was befaamd om zijn granaatappels. Er was in de buurt ook een meer. In de oorlog hebben de Taliban alle bomen in het gebied omgehakt en verkocht aan Pakistan. Alles is veranderd in woestijn.

placeholder

Zwart voor de ogen

Na mijn ontdekking van de Molenplas ging ik er regelmatig heen om te wandelen. Ik had deze plek nodig om tot rust te komen, want ik had veel stress over mijn vrouw, zoon en dochter. Twee jaar daarvoor was ik hen kwijtgeraakt tijdens onze vlucht.

Ik weet nog goed dat we midden in de nacht het Iraanse stadje Salmas bereikten. Ik was al aardig moe. Mijn prothese begon pijn te doen. In de jaren tachtig verloor ik mijn rechteronderbeen toen ik op een mijn stapte. Iemand vertelde ons dat we nog maar twintig minuten van de Turkse grens verwijderd waren. We besloten door te lopen, maar onderweg kwamen we erachter dat die informatie niet klopte. Pas na twee uur lopen bereikten we de grens. Ik was uitgeput en moest ook nog over een twee meter hoge grensmuur heen klimmen. Dat lukte me niet op eigen kracht. Medevluchters duwden me over de rand, daarna werd het zwart voor mijn ogen. In een roes vervolgde ik mijn tocht en herinner me nog dat mensen me op een paard hebben gezet. Pas de volgende dag kwam ik erachter dat mijn gezin niet meer bij me was.

Valentijnsdag

Ik hoorde dat mijn gezin in Istanbul was en reisde naar de stad. Daar kwam ik erachter dat mijn vrouw en kinderen waren opgepakt door de Turkse politie en teruggezet naar Iran. Ik wilde ook terug. Een medevluchter overtuigde me om dat niet te doen, omdat dan alles voor niets zou geweest.

Uiteindelijk kwam ik in Nederland terecht. Pas na drie maanden kwam ik in contact met mijn gezin. Daarna duurde het nog twee jaar om ze naar Nederland te krijgen. De dag dat ik ze van Schiphol ging ophalen, vergeet ik nooit. Het was Valentijnsdag. Vijf uur voor hun aankomst was ik al op de luchthaven. Ik had bloemen voor mijn vrouw gekocht. Toen ik ze zag in de aankomsthal wist ik niet wat ik moest zeggen. “Welkom thuis” waren de enige woorden die ik kon uitspreken. In mijn gedachten hadden we met zijn vieren al vaak gewandeld bij de Molenplas. Nu konden ze het met eigen ogen zien, mijn kleine paradijs.’

Steun vluchtelingen als Noori

Iedere vluchteling zoals Noori heeft een eigen verhaal. Met jouw steun geven we vluchtelingen de begeleiding die ze nodig hebben om hun toekomst in Nederland op te bouwen. Help daarom nu mee met een gift.