Veilig maar verscheurd: de Oekraïense Maria
'Ik wilde helemaal niet weg, maar al op de tweede dag van de oorlog drong mijn man aan op mijn vertrek, omwille van ons kind. Hij bracht ons naar de grens en vandaar reisden mijn zoontje en ik verder per trein. Het was vreselijk om mijn man achter te laten. Ik had wat kleding, eten en een paar autootjes voor Damian mee, hij houdt van ambulances en raceauto’s.
Hier in Harskamp zijn we veilig, maar met acht mensen op een kamer leven vind ik ondraaglijk. Ik maak me zorgen om Damian die door de stress slecht eet, soms alleen een banaan. Ik kijk er zo naar uit om weer voor hem te koken. De dagen vullen zich met de zorg voor Damian: ik lees voor, speel met hem en samen verkennen we de wereld om ons heen.
Iedere dag vertelt mijn man over de gruwelen van de oorlog. Door zijn verhalen ben ik alsnog blij dat we hier zijn. Ik wil mijn normale leven terug, maar ben bang dat we voorlopig in Nederland blijven. Damian gaat hier binnenkort naar school. Ik put kracht uit mijn kind en hoop dat het elke dag een beetje beter wordt. En dat we ooit weer terug kunnen naar Oekraïne.’