Niet langer uit te leggen | Column Sander Laban
Enorme solidariteit
Wederom laat een oorlog zien hoe solidair Nederlanders staan tegenover vluchtelingen. In de afgelopen maanden stelden duizenden mensen hun huizen open voor vluchtelingen en schoten ondersteunende initiatieven als paddenstoelen uit de grond. Ondertussen werkte VluchtelingenWerk met man en macht zodat in ieder hotel, boot of evenementenhal waar Oekraïners werden opgevangen een team klaarstond.
Die enorme solidariteit in onze samenleving zagen we ook in 2015, toen er in korte tijd duizenden Syrische en Eritrese vluchtelingen bescherming zochten in Europa en ons land. Het grote verschil met toen is de zogeheten 'tijdelijke beschermingsregeling' die de EU nu – voor het eerst – heeft ingezet: een regeling die al langer op de plank lag voor noodsituaties. Waar vluchtelingen uit andere landen individueel bescherming vragen en in een asielprocedure terechtkomen, hebben Oekraïense vluchtelingen door deze regeling direct een tijdelijk verblijfsrecht die tot maximaal drie jaar verlengd kan worden.
Zes miljoen vluchtelingen uit Oekraïne
In 2015 overwoog de EU ook om deze noodgreep in te zetten, maar dat is toen niet gelukt. Door het enorme aantal Oekraïners dat in korte tijd hun land moest verlaten – zes miljoen mensen – besloot de EU nu anders.
Daardoor en door alle initiatieven voor Oekraïense vluchtelingen wordt de schrijnende situatie voor vluchtelingen uit andere landen extra zichtbaar. Voor Oekraïners staan tienduizend bedden klaar, maar vluchtelingen uit andere landen slapen in overvolle asielcentra op de grond en dreigen op straat te belanden. Dat is niet uit te leggen. De noodwet die gemeenten nu verplicht om Oekraïense vluchtelingen op te vangen, moet er óók zijn voor vluchtelingen uit andere landen.
Er is snel een doorbraak en structurele oplossing nodig voor deze landelijke opvangcrisis. Daarbij zou het niet moeten uitmaken uit welke oorlog je bent gevlucht.
Sander Laban is coördinator Belangenbehartiging bij VluchtelingenWerk