Zestien vierkante meter menselijkheid
Vorige week stond ik samen met collega’s van Belangenbehartiging, Communicatie en Strategisch Procederen in Athene. Niet om te vergaderen op afstand, maar om elkaar écht te ontmoeten. We kwamen samen voor een kennisuitwisseling met Europese collega’s onder andere uit Hongarije, Spanje, Kroatië, Duitsland en gastland Griekenland.
We spraken over grote vragen. Hoe kunnen wij onze juridische kennis samen strategisch inzitten bij ernstige schendingen van vluchtelingenrechten, zoals de illegale pushbacks aan onze Europese buitengrenzen? Hoe bereiden we ons voor op de komst van het EU Migratiepact in 2026? En minstens zo belangrijk: hoe versterken we elkaar?
Internationale solidariteit is meer dan een principe – het is een praktijk. Door kennis te delen, elkaar te ondersteunen en onze capaciteit te vergroten, bouwen we aan een sterk front van organisaties die schouder aan schouder staan. Niet als losse stemmen, maar als één gezamenlijk geluid voor een Europa waarin de rechten van vluchtelingen worden gerespecteerd.
De uitdaging ligt niet alleen in wetgeving en beleid, maar ook in hoe we mensen meekrijgen. Dáár ligt onze gezamenlijke kracht – en verantwoordelijkheid.
Ik denk aan de dame van het Ministerie die ons rondleidde in het kamp. Ze laat een container zien waar kinderen worden opgevangen. Het pleintje waar vrijwilligers sportactiviteiten doen. En de kantoortjes waar ze psychologische hulp bieden aan de mensen die al een lange en vaak traumatische reis hebben afgelegd voor ze hier arriveren. We praten over wetten die weinig oplossen, maar het leven van mensen op de vlucht ellendiger maken en ons werk ingewikkelder maken. ‘Het is onze taak om de ruimte te zoeken voor menselijkheid binnen de harde wetten. Ik doe dit werk, omdat ik elke dag die ruimte kan zoeken en iemand kan helpen’.
Ik denk ook aan Leith, die ik ontmoette tijdens mijn bezoek aan de Greek Council for Refugees.
Leith, die vloeiend Grieks spreekt.
Leith, die al jaren hard werkt voor een Griekse hulporganisatie.
Leith, die bijdraagt aan de samenleving waar hij nu thuis is.
Maar ook Leith, die twee jaar geleden zijn verblijfsvergunning verloor — zonder uitleg, zonder reden, en zonder dat iemand hem kon vertellen waarom. Zijn leven staat sindsdien stil, zijn hoop is omgeslagen in vrees. Naar Syrië kan hij niet terug; als minderheid zal hij daar nooit veilig zijn.
Gelukkig krijgt hij nu juridische steun van onze collega’s bij de Greek Council for Refugees. Dankzij hen gloort er weer perspectief. Hopelijk kan Leith binnenkort verder met zijn leven — een leven dat nooit zo lang stil had mogen staan.
Ik kijk naar het groene perkje dat de bewakers van het kamp hebben gemaakt. Ook zij doen ongetwijfeld hun best om een beetje menselijkheid en iets positiefs te brengen naar deze plek vol hoge muren, hekken en controle. Ik kan mij hun gevoel van machteloosheid voorstellen. Ik neem mij voor om ook vanuit mijn positie die ruimte te blijven zoeken. En al die medewerkers van de Nederlandse ministeries, IND, COA en gemeenten te vragen hetzelfde te doen.
Want al die kleine gebaren van menselijkheid maken wel degelijk verschil.
Zestien vierkante meter menselijkheid: dat is waar het mee begint.