Syrië vijf jaar later - Jihad en zijn gezin

Verhaal, 23 februari 2021
Leestijd, 5 min.
Op zoek naar veiligheid en een toekomst voor zijn kinderen vluchtte Jihad (57) in 2015 naar Nederland. Na anderhalf jaar bracht hij zijn gezin via gezinshereniging naar Nederland. Vijf jaar na Jihads aankomst werken alle gezinsleden hard aan hun toekomst, toch valt de eenzaamheid hen tegen. Jihad: 'Het meeste mis ik ons warme sociale leven in Syrië.' Een interview met het hele gezin.
placeholder

Nooit gedacht

Toen de familie Alkhateeb in 2012 vanuit Syrië naar Turkije vertrok, dachten ze dat de oorlog binnenkort zou eindigen. 'We dachten dat we met een maand of twee weer naar Syrië konden terugkeren en hadden niet het plan om het land voor altijd te verlaten', benadrukt vader Jihad (57). 'Ik werkte als militair piloot in het Syrische leger. Het leger begon mensen te bombarderen en in het leger kun je geen nee zeggen. Dat zou mijn leven en het leven van mijn kinderen in gevaar brengen. Ik wilde geen mensen doden en ik wilde mijn familie niet dood laten gaan. Daarom moesten we vluchten.'

Uitzichtloos bestaan

Na verloop van tijd besefte het gezin dat hun terugkeer naar Syrië elke dag moeilijker werd, evenals hun bestaan in Turkije. Zowel Jihad als zijn vrouw Ensaf (50) konden niet aan het werk komen. Ensaf: 'Ondanks dat ik in Syrië docent Informatica was, was het moeilijk voor mij om werk te vinden. In de stad Mersin richtte ik een school op voor gevluchte Syrische kinderen en kreeg financiële steun van Unicef. Toch was dat niet genoeg om in onze levensbehoeften te voorzien. Mijn vier kinderen konden niet naar school omdat die te ver van ons huis lag en ik hun vervoerskosten niet kon betalen. Ik was bang dat mijn jongste dochter analfabeet zouden worden.'

Voor de kinderen

Gevoed door de discriminatie die zij in Turkije meerdere keren meemaakten, zagen Jihad en Ensaf niet langer een toekomst en veiligheid voor hun kinderen. Uiteindelijk besloot Jihad om zijn vlucht voort te zetten en de gevaarlijke boottocht naar Griekenland te ondernemen. Jihad: 'Ik was gek genoeg om deze reis te ondernemen, wat moest ik anders? Mijn kinderen hadden honger en konden niet naar school. Als ik nu naar mijn kinderen kijk en zie hoe ze allemaal studeren, hun dromen najagen en aan hun toekomst werken, voel ik trots.'

Gelijke rechten

Vijf jaar later na de vlucht van Jihad ervaart ieder gezinslid het leven in Nederland anders. Ensaf is meer dan tevreden met haar leven in Nederland en met het contact met haar 'lieve Nederlandse buren'. Ensaf: 'Terwijl ik nog nieuw ben hier, heb ik dezelfde rechten van alle burgers in dit land. Niemand kan me dwingen om iets te doen waar ik geen zin in heb. Dat vind ik bijzonder en daar ben ik dankbaar voor.'

Eenzaam en verloren

Toch voelt vader Jihad zich eenzaam en verloren in Nederland. Jihad: 'Mijn vrouw en ik kunnen nog niet aan het werk hier. Ik heb het geprobeerd, maar het lukt mij niet. Het doet me pijn dat we nog steeds een uitkering ontvangen. Onze financiële situatie is beperkt en daar ben ik niet aan gewend. Maar het meeste mis ik ons warme sociale leven in Syrië. Stiekem denk ik aan terugkeren, hoewel ik weet dat het niet mogelijk is.'

Vechten voor droom

Zijn zorgen zijn ook te horen in de stem van de oudste zoon Mohammed (24), die zich soms afvraagt of hij zijn studie met werk kan combineren om zijn familie financieel te kunnen ondersteunen. Inmiddels is Mohammed klaar met zijn academische pre-bachelorjaar aan de universiteit in Tilburg die een speciaal programma voor nieuwkomers-studenten biedt. Hij verheugt zich op volgend jaar, wanneer hij met de studie geneeskunde aan de Vrije Universiteit Amsterdam kan beginnen. 'Dat ik vluchteling ben betekent niet dat ik minder ben dan anderen. In Turkije kon ik mijn droom niet volgen en in Nederland adviseerde iedereen mij om een mbo-studie te doen. Er zijn veel obstakels geweest, maar ik heb een droom en wil daarvoor vechten. En dat doe ik nog steeds elke dag.'

Af van het vluchtelingstempel

Ook dochter Alaa (21) is klaar met haar academisch pre-bachelorjaar aan de universiteit in Tilburg en hoopt dat ze komend jaar aan de studie voor apotheker aan de Universiteit van Amsterdam kan beginnen. 'In alles wat ik doe probeer ik mijn 'mindere' gevoelens te onderdrukken. Het zou fijn zijn als ik ooit vrij zou zijn van het gevoel dat ik vluchteling ben. Ik werk nu hard aan mijn accent. Misschien zou ik meer op anderen lijken als ik perfect Nederlands spreek. Het is mijn droom om apotheker te worden. Als dat lukt, hoop ik dat mijn ouders trots op mij zijn. Zij verdienen dat geschenk.'

Beperkt sociaal leven

Het valt Mohammed en Alaa tegen dat ze nog nauwelijks een sociaal leven hebben in Nederland. 'Ik heb bijna geen vrienden', zegt Mohammed. En dat is ook te zien bij zijn zusje Solaf (18) die op de middelbare school zit. Solaf zit veel thuis en zou graag eens op vakantie gaan naar Griekenland of Italie, waar meer zon en minder regen is. 'Maar dat kunnen we nog steeds niet doen', benadrukt ze. Bij Aya (15) die ook op de middelbare school zit, is het anders. Aya heeft dezelfde wens als Solaf, maar heeft minder last van de regen in Nederland en heeft in tegenstelling tot Solaf wel vriendinnen op school met wie ze vaak naar het centrum gaat.

Steun van VluchtelingenWerk

De familie blijkt heel dankbaar voor VluchtelingenWerk te zijn. De hulp die ze van de organisatie sinds hun aankomst in hun huis in Veghel hebben gekregen maakt groot verschil in hun leven in Nederland, zegt vader Jihad. 'Mensen van VluchtelingenWerk zijn oprecht en staan altijd klaar om ons met alle gebeurtenissen en problemen in ons leven te ondersteunen. Ze hebben begrip voor onze situatie en we hoeven we bij hen niet veel uitleggen. We vertrouwen hen, zij zijn onze toeverlaat geworden.'

Tekst: Hazem Darwiesh