Mohammed (29) slijt zijn dagen in het azc met piekeren

Verhaal, 30 januari 2020
Leestijd, 4 min.
Het verdriet en de zorgen over zijn achtergebleven gezin tekenen zijn gezicht. 'Het wachten op de asielprocedure is dodelijk. 's Nachts lig ik wakker en denk continu aan mijn kinderen. Hoe slapen zij daar nu in die gammele tent? Gisteren zei mijn 5-jarige zoon aan de telefoon: "Papa, ik heb het erg koud, ik heb een jas nodig." Ik voel me zo machteloos.'
placeholder

Afval verbranden voor warmte

'Mijn kinderen en vrouw leven in een kleine, gammele nylon tent in de Syrische provincie Idlib, vlakbij de Turkse grens. Ze hebben nauwelijks eten en drinkwater en ze verwarmen zichzelf door afval te verbranden. De jongste is zes maanden oud. Ik ken hem alleen van foto's. Hij was nog niet geboren toen ik negen maanden geleden in Nederland aankwam. Voordat ik vluchtte, had ik niet gedacht dat de omstandigheden in Idlib zo snel zouden verslechteren. Ik dacht dat ik snel toegang zou krijgen tot een veilige plek, één waar ik mijn gezin naartoe kon brengen.'

Open gevangenis

'Ook vluchtte ik voor de komst van het leger van president Assad, omdat ik daarin zou moeten dienen. Na een vreselijke vlucht door Turkije en Griekenland, kwam ik in juli vorig jaar in Nederland aan. Ik huilde van vreugde: eindelijk zouden mijn kinderen kunnen leven onder een veilige hemel, zonder dat zij constant bang zijn voor de geluiden van vliegtuigen. Maar nadat mijn asielprocedure bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) was uitgesteld, en ik steeds langer moest wachten, begon deze droom steeds meer op een nachtmerrie te lijken. Nu woon ik dus alleen in een asielzoekerscentrum (azc) dat steeds meer op een open gevangenis lijkt. Ik lig hele nachten wakker, doodsbang dat mijn gezin iets overkomt. Aan de telefoon durf ik niet meer te vragen of ze nog hebben gegeten: ik ben bang voor het antwoord.'

'Papa, ik heb het erg koud'

'Veel mensen denken dat het azc goed genoeg moet zijn. Het is natuurlijk beter dan het leven in angst voor de bombardementen of in de Griekse vluchtelingkampen, dat is waar. Maar wat is de waarde van voedsel en veiligheid in mijn leven, als mijn kinderen honger hebben en kou lijden, als hun toekomst onbekend is? Al woonde ik in het paleis van de koning, dan zou dat geen verschil maken. Gisteren, toen mijn 5-jarige zoon mij te pakken kreeg aan de telefoon – ze hebben niet altijd bereik in hun tent – zei hij tegen mij: "Papa, ik heb het erg koud. Ik heb een jas nodig". Ik voelde me zo machteloos.'

Wegvluchten van de angst

'Het wachten is dodelijk. 's Nachts kan ik niet slapen en wanneer het wel lukt, heb ik intense nachtmerries. Hoe slapen mijn kinderen nu in die tent, daar in de kou?' Als ik zou mogen werken, had ik misschien wat geld naar mijn vrouw kunnen sturen, zodat mijn kinderen in een betere tent kunnen leven. Mijn dagen in dit azc zien er allemaal hetzelfde uit, allemaal even grimmig. Door zelf Nederlands te leren uit bibliotheekboeken, vlucht ik weg van de leegte hier. Vlucht ik weg van de angst die ik heb voor de situatie waarin mijn kinderen leven. Soms ga ik naar de nabijgelegen kerk, waar een taalcafé is dat door lieve Nederlanders wordt georganiseerd.'

Weer verhuizen naar ander azc

'Er zijn hier in het azc geen mogelijkheden voor activiteiten. In het eerste azc had ik nog een fiets maar die moest ik daar achterlaten. Een paar dagen geleden hoorde ik dat wij naar een nieuw azc worden overgebracht. Dan verlies ik het contact met die lieve vrijwilliger die mij helpt met taallessen. Ik hoop dat ik nu naar het laatste azc vertrek, daar waar mijn asielprocedure eindelijk zal starten en de droom om mijn kinderen van de dood te redden waarheid wordt. Maar ik weet niet of ik ooit nog met een verblijfsvergunning uit deze nachtmerrie ontwaak. Ik wilde mijn kinderen uit hun koude tent halen en naar een land brengen waar ze niet bang hoeven te zijn voor de politie of het leger. Ik wil mijn baby in mijn armen kunnen nemen. En als dat allemaal niet mogelijk is, neem dan mijn ziel in ruil en breng mijn kinderen naar Nederland.'

 

Dit interview met Mohammed vond plaats in januari 2020. In mei van dat jaar spraken we Mohammed weer, over wachten tijdens een landelijke lockdown. 'Het coronavirus berooft mijn dromen en hoop.'

December 2020: Ondanks de belofte van de IND om de achterstanden nog dit jaar weg te werken, kreeg een totaal verslagen Mohammed een brief dat het de overheid niet gaat lukken: 'Een leven in het vagevuur.'

Steun vluchtelingen als Mohammed

Iedere vluchteling zoals Mohammed heeft een eigen verhaal. Met jouw steun geven we vluchtelingen de begeleiding die ze nodig hebben om hun toekomst in Nederland op te bouwen. Help daarom nu mee met een gift.